Het nijpende woningtekort in Amsterdam drong onlangs Den Haag binnen. CDA en D66 kwamen met een oplossing: Almere Pampus. Op de zuidwestkaap van Flevoland kunnen 25.000 tot 30.000 woningen komen. Voorwaarde is een metro van 2,5 miljard euro. Dit is dan de ‘instapprijs’, want eerdere schattingen van deze IJmeerlijn gingen de 5 miljard te boven.
Om de werkelijke kosten te schatten hanteer ik sinds jaar-en-dag een eenvoudige vuistregel die adequaat blijkt. Het dubbele van de hoogste schatting. Hetzelfde principe pas ik toe op de bouwtijd. Toch zit er een positief aspect aan het plan; IJburg krijgt in het Haagse scenario eindelijk een fatsoenlijke railverbinding. Nu tram 26 een onbetrouwbare buurtboemel blijkt, is het hoog tijd voor een strakke metro.
Maar het afzinken van een miljardenbuis naar Almere om IJburg een metro te geven is vergezocht. Aan elke woning in Almere Pampus hangt dan een extra metroprijskaartje van 2 ton. Op eigen kracht kan IJburg – met op termijn 45.000 inwoners – de metro evenmin rendabel krijgen. In de zuidoosthoek van Amsterdam bedient de metro meer dan 120.000 inwoners, een arsenaal aan kantoorpersoneel, hordes evenementenbezoekers en een groot aantal doorreizende NS-passagiers.
IJburg is een Vinexwijk met het officiële stempel. Een wijk met een overwegende woonfunctie, net als het Utrechtse Leidsche Rijn en de wijken van Amersfoort-Noord en Haarlemmermeer. Met één verschil: de andere Vinexwijken liggen midden in bewoond land – ze vormen geen eiland, maar hebben een doorgangsfunctie. Daarom waren ze eenvoudig aan te takken op NS-spoor.
IJburg is een archipel – de essentie ervan is isolement. Waar elke andere Amsterdamse buitenwijk vanzelf vastgroeit aan de volgende buitenwijk of buurgemeente, kan IJburg dat niet of nauwelijks. Vanaf de IJburgbaai bedraagt de vrije zichtlijn over water richting Urk, Stavoren en Lemmer zo’n 70 kilometer. Water, water, water. Iets dichter bij huis kom je na een paar kilometer varen aan op onbewoond grasland. Het weidse Waterland, de Diemerscheg en die grazige Flevopolder. Prachtig, daar niet van. Maar snoekbaarzen en palingen, meeuwen en weidevogels, koeien en schapen, ze pakken de metro niet.
IJburg is te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken. In de eerste versie klopte de maat van de stadswijk in het IJmeer wel. Dat was in 1965, toen we planologie met de hoofdletter P schreven. IJburg avant la lettre moest plaatsbieden aan 350.000 mensen. In de artist impressions stond de monorail-metro centraal. Dit plan ging van tafel omdat men koos voor ‘overloop’ naar Purmerend, Hoorn en Almere. Toen de bereikbaarheid van deze groeikernen een zwakke plek bleek, kwam er alsnog een stadswijk in het IJmeer. Maar dan een lightversie.
Na jarenlange discussie zal de IJmeerlijn van Almere Pampus vermoedelijk vanwege de hoge kosten wederom sneuvelen. Omdat lijn 26 het tegen die tijd echt niet meer trekt, is de enige oplossing dat we gaan sleutelen aan de suburbane opzet van IJburg. Vergroot de inwonersdichtheid op de bestaande eilanden. Geef elk eiland een aantal woontorens vol potentiele metropassagiers. Spuit na Strandeiland nog een extra hoogbouweiland op. IJburg is samen met Landelijk Noord het enige stukje hoofdstad waar het Luchthaven Indelingsbesluit (LIB) torens boven 146 meter toestaat.
De skyline van IJburg petit en horizontaal houden mag ook, maar dan graag amor fati. Lach om het bij herhaling vastlopen van tram 26 – onlosmakelijk verbonden met de lieftallig kleine maat van IJburg – en geniet van de einder bij Lemmer.
Serie: De veranderende stad, Van IJ tot Z