Het scheelde niet veel, maar het is van de baan, de rechtszaak die de huurders van de 79 vrije sectorappartementen van pakhuis Detroit aan de Oostelijke Handelskade eind deze maand wilden aanspannen tegen verhuurder Vesteda. Volgens de huurders heeft Vesteda jarenlang te hoge servicekosten doorberekend. Vesteda laat hier nu onderzoek naar doen.
Het regent hard als we op de zesde verdieping staan van pakhuis Detroit. “Kijk,” zegt Pieter Herman, en wijst naar het imposante glazen atrium. “Het water komt langs de glazen panelen naar beneden. Het lekt, er liggen al plasjes op de vloer. Het heeft hier jarenlang helemaal blank gestaan, toen stróómde het water omlaag. Als het dak netjes was onderhouden, en de naden tussen de panelen tijdig ingevet waren, was dat niet nodig geweest. Het glas wordt ook nooit gereinigd. Ze zijn nu zo vies, dat krijg je nooit meer schoon.”
Lekkende daken, toegangsdeuren die niet goed sluiten, hang- en sluitwerk dat nooit is aangepast, een intercomsysteem dat hapert, pand Detroit (voorheen Nieuw-Amsterdam), ooit winnaar van een prestigieuze architectuurprijs, kampt met fors achterstallig onderhoud. Verhuurder Vesteda heeft dat altijd ontkend, stelt Herman, voorzitter van de huurdersbelangenvereniging (HBV). “Pas nadat er begin deze maand een scherp artikel in NRCverscheen over de vele klachten van de huurders, is de Vesteda-directie wakker geschrokken. Plotseling kregen alle bewoners een uitnodiging om hierover te praten tijdens een informatieavond, woensdag 12 juni jl. In de brief erkent Vesteda dat er achterstallig onderhoud is. De verhuurder stelt voor om de benodigde onderhoudswerkzaamheden zo snel mogelijk uit te voeren.”
Ruim een ton te veel
Dat is goed nieuws, maar niet het onderwerp van de rechtszaak die HBV Detroit eind deze maand wilde aanspannen. “Die gaat over de te veel berekende servicekosten die de huurders van 79 vrije sectorappartementen jarenlang moesten betalen. We betalen gemiddeld 190 euro per maand. Omdat Vesteda aanvankelijk niet samen met ons de servicekostenafrekening wilde narekenen op juistheid, zijn we dat als HBV zelf gaan onderzoeken. We namen daarbij 2016 als richtjaar. Het heeft ons honderden uren aan spitwerk gekost, maar we kwamen al snel op heel andere servicekosten uit dan die Vesteda ons doorberekent.”
Herman noemt enkele voorbeelden: “Volgens Vesteda waren de schoonmaakkosten in 2016 50.870 euro. Wij komen op 9.962 euro, nog geen vijfde. Alle posten bij elkaar opgeteld, hebben de huurders van Detroit volgens ons ruim een ton te veel aan servicekosten betaald, alleen over 2016. Als je dat doorrekent naar de andere kalenderjaren, dan claimen we dat huurders in de periode 2013 tot heden ruim 650.000 te veel hebben betaald. Wij willen dat Vesteda de berekeningen van de afgelopen jaren met terugwerkende kracht aanpast en het te veel betaalde geld teruggeeft.”
Samen een vuist maken
Inmiddels heeft het overleg tussen bewoners en Vesteda plaatsgevonden. Met verbluffend resultaat, stelt Herman. “Vesteda is door het NRC-artikel gelijk in actie gekomen. De directie heeft de bewoners uitvoerig haar verbeterplannen gepresenteerd, en bewoners kregen ook alle ruimte om hun verhaal te doen. Daarnaast gaat Vesteda samen met het HBV-bestuur een onafhankelijke servicekostenexpert benoemen om de kosten onder de loep te nemen.”
Herman is blij met het behaalde resultaat. “Het loont dus om je als huurders te organiseren in een HBV. Je kunt samen een vuist maken tegen de verhuurder. Onze dagvaarding kan de koelkast in. Dat is fijn, maar we blijven kritisch en kijken uit naar de eerste resultaten en opleveringen. Pas dan zijn we gerustgesteld.”