De Jas

‘Sliep ik weer onrustig door al dat geld op de bank’

Rocco Veenboer (50) is oprichter van dancefeest Awakenings. Hij ontdekte Oost toen het nog een rafelrand was waar illegale raves werden gehouden. In 2016 kocht hij het monumentale Lloyd Hotel. “Ik ben geneigd te zeggen: vroeger was alles beter. Maar dat is natuurlijk niet zo.”

Dorpsjongen
“Ik ben een dorpsjongen die naar Amsterdam kwam in 1988. Met zeven vrienden uit Nieuwkoop. Een oom van me was toen directeur van het Lloyd, hij was de enige die ik er kende. Ik wilde weg uit dat dorp. Tot ik toelatingsexamen kon doen voor de universiteit heb ik een jaartje in de hotellerie gewerkt. Bij grote hotels, zoals het Amstel en het Hilton. Auto’s van gasten parkeerden we aan de Oostelijke Handelskade, toen een rafelrand. In 1989 ging ik hier naar mijn eerste houseparty. Dit was een wilde plek.”

Legaal feest
“Op een gegeven moment was ik alleen maar aan het feesten, ik werd een spookstudent. In die tijd gebeurde er veel ondergronds. Ik leerde mensen kennen, hielp weleens mee in de organisatie. Van het een kwam het ander. Halverwege de jaren negentig heb ik het eerste legale housefeest van Amsterdam georganiseerd, in de Gashouder: Dance of the Big Whale. In samenwerking met de gemeente en de politie. Alles moest nog uitgevonden worden, hoeveel security er nodig was bijvoorbeeld. Ik deed dit feest samen met twee anderen, we leden verlies. Het leven is geen Sesamstraat, zo bleek. Drie kapiteins op een schip is te veel.”

Awakenings
“Zij durfden niet door, ik wel. Het oud-en-nieuwfeest in de Gashouder deed ik in m’n eentje. Het was uitverkocht, zo liep ik het verlies weer in. Het was zoeken naar juiste sound. De scene was nog niet groot, maar groeide wel. Zo ging ik wat jaren door met feesten organiseren. In 1997 zochten ze een organisator voor een feest met Pasen. Dat doe ik wel, zei ik. Ik wilde voor het eerst alleen techno, maar dan moest er wel een andere naam komen. Pasen, wederopstanding, een toevalligheidje: Awakenings. Zo begon het. Ik vind het nog steeds leuk. Het is een way of life.”

Geen nachtwerk
“Ruim twintig jaar later zijn we populairder dan ooit. We doen jaarlijks drie keer de Gashouder, het openluchtfestival en een paar andere steden. Volgende maand staan we in India, misschien proberen we het volgend jaar weer in New York. Vorige week ging het festival in verkoop, binnen een week was de helft van de 80.000 kaarten weg. Alle records zijn weer gebroken. Het blijft me verbazen. Ik ga zelf niet meer alle feesten af – dat nachtwerk vind ik niet meer zo chill en ik heb een goed team om me heen – maar je moet blijven vernieuwen. Zo is een paar jaar geleden ons overdagfeest ontstaan, bezocht door jongeren en ouderen. Mensen willen uitgaan en toch de volgende dag gewoon fit zijn.”

Lloyd
“In 2014 heb ik Awakenings verkocht aan het Amerikaanse SFX, ik bleef wel aan het roer. Het voelde na al die jaren als een zware verantwoordelijkheid, alles rustte op mijn schouders. Ik was net vader geworden en was verhuisd naar buiten de stad. Ik had behoefte aan een beetje rust. Het was ook een impuls, ik had nog geen bestemming voor dat geld. Shit, al dat geld op de bank, sliep ik daar weer onrustig van. Toen las ik in Het Parooldat het Lloyd te koop stond. Ik wist meteen, dit is het. Ik had er al een band mee, mijn oom was er directeur geweest, ik kende het gebouw goed. Bovendien heb ik iets met monumenten – al mijn feesten geef ik in monumentale gebouwen – en met hotellerie. Het was niet per se een droom, ik wist gewoon dat dit het moest worden. Het sluit ook goed aan bij feesten organiseren: mensen ontvangen en zorgen dat ze het leuk hebben.”

Voor de buurt
“Afgelopen jaar heb ik ook de exploitatie gekocht. Sindsdien zijn we aan het verbouwen en renoveren. Het terras, het restaurant, de kamers restylen. Ik ben een ondernemer op gevoel. Wat is goed aan het hotel, hoe zou ik het zelf willen? Zo doe ik het. We zijn er nu wat meer voor de buurt, gaan bijvoorbeeld Koningsdag organiseren hier op het plein. Het Lloyd was een bunker, maar nu kijk je zo vanaf de straat het restaurant in. Het blijft een speciaal hotel met een bijzondere uitstraling. Ik heb het wat anders uitgelicht, het torentje zie je nu vanuit de verte. Schitterend, ik voel er veel liefde voor.”

Amsterdam
“Ik kende de stad op m’n duimpje, maar heb nu weinig tijd om nieuwe dingen te ontdekken. Laatst heb ik gegeten bij een restaurant aan de Levantkade: Bonboon Vegan. Zo goed. Ik ben vegetariër, daar geloof ik in. Of flexitariër eigenlijk, want heel soms zondig ik. Toen ik in 1988 in Amsterdam kwam, woonde ik in de rosse buurt. Ik ben geneigd te zeggen: vroeger was alles beter. Dat is natuurlijk niet zo, maar het voelt wel zo. Toen was alles nieuw, er ging een wereld voor me open. Het begin van de house voelde als een revolutie. Ik was een van de eersten die het echt ontdekten. Het blijft een mooie stad.”

Géén echt bont
“Ik ben extreem links opgevoed, dat sla je er niet zomaar uit. Iedereen is voor mij even belangrijk. Mijn eigen zwarte jas is zo warm. Het is de warmste jas die ik ooit gehad heb. En eco: zestig procent hennep en veertig procent katoen. Het bont is dus geen echt bont, de kraag is gemaakt van gerecycled plastic.”