Waarom komt u zo graag in Oost?
Vraag dat aan de leiding van winkelcentrum Diemerplein, die huren me ieder jaar voor enorme bedragen in om lichtheid in het verder toch wat tragische bestaan van de bezoekers daar te brengen. Het moeilijkste van mijn vak is te blijven kijken alsof je van niets weet. Dan zie ik daar zo’n Harry van Bommel van de SP passeren met z’n linnen tasje. Een hoofd als een misdienaar maar ik weet dan al wel dat hij het was die Emile Roemer een mes in de rug stak. Je mag zoiets niet laten merken. Als ik vrij ben, zak ik de Middenweg af. Het liefst naar café Mojo aan de Ringdijk, daar krijg je voor weinig geld een heerlijk piepkuiken uit de oven. Bovendien is de bediening top, voetbalpresentator Jan Joost van Gangelen is er niet voor niets ook kind aan huis.
Bent u net als conculega Sinterklaas een allemansvriend?
Nee, integendeel. Ik erger me rot aan Elsbeth Etty, Felix Rottenberg, Bruce Springsteen, Malcolm X, Frank Rijkaard, iedereen bij De Hypotheker aan de Middenweg, Stanley Menzo, Hillary Clinton, Ronald Giphart, Leon de Winter, Gerald Vanenburg, Peter Bosz, Paul Witteman, Rob de Wijk, iedereen van de PvdA, Youp van ’t Hek, Freek de Jonge, rechters, liegende politieagenten, managers die miljoenen verdienen, arbeiders die oproepen hun lonen te matigen, mijn moeder, Andries Knevel. Ik weiger een selectie te maken. Weet u wat wel een leuke jongen is? Giel Beelen! En ook Jules Paradijs, die ex-hoofdredacteur van De Telegraaf die ons met enige regelmaat bij WNL wordt gepresenteerd als een soort van wijsgeer, wat hij natuurlijk niet is. Ik trof hem laatst met zijn maatje Rob Hoogland – nog zo’n grapjas – boven een bord bami bij Chinees-Indisch restaurant Wong Koen. Ik wilde hem groeten, maar heb dat niet gedaan. Hij zat daar zo vredig in zichzelf gekeerd in zijn eigen kosmische centrum. Verder voelde ik me zelf ook niet al te best. Moe, en enige chaos in mijn hoofd; ik heb behoefte aan vakantie, wil alles op een rijtje zetten omdat ik een aantal teleurstellingen voor mijn kiezen heb gekregen.
Wat dan?
Bij het stadsdeelkantoor in Oost had ik goed contact met een telefoniste, een oudere vrouw. Zij hoestte altijd en overleed plotseling; ik heb geen afscheid van haar kunnen nemen. En ach, verder de kleine ergernissen. De kleine wintermarkt bij het schaatsbaantje op het Sumatraplantsoen trok bijna geen publiek. Verder de desinteresse van winkelpersoneel in Oostpoort – het is bijzonder als je tegenwoordig vriendelijk wordt geholpen. Voor het personeel van Dijkema Juweliers aan de Middenweg geldt dat overigens niet, dat is echt nog zo’n familiebedrijf waar de woorden Aandacht, Service en Kwaliteit met een hoofdletter worden geschreven.
Als u in Oost zou moeten onderduiken, bij wie zou u dat doen?
Bij Gijs Groenteman, de interviewer. Hij heeft alle eigenschappen die ik in een man bewonder: eerlijkheid, loyaliteit, rechtlijnigheid. Liever bij hem dan bij die gasten van kapsalon Basic & Extreme, die hebben laatst mijn hele baard verknipt. Die hadden ze allang de buurt uit moeten schoppen.
Als u iets aan uzelf zou kunnen veranderen, wat zou dat dan zijn?
Zestien kilo eraf; ik train me daarvoor echt uit de naad. Ik bezoek trouw de bijeenkomsten van de Weight Watchers, in de krochten onder café-restaurant Frankendael, een zaak waar ik trouwens ook wel kom om me te ontspannen. Iedere woensdagavond kaart ik er met wat lokale penoze. Alles valt dan van me af. Ik denk nergens meer aan, heb maar één gedachte: zit de laatste troef bij mijn maat of zit-ie niet bij mijn maat? Ik zweer bij mijn hobby’s. Veel mensen weten het niet, maar vanaf mijn puberteit tot mijn dertigste heb ik een zombie-achtig bestaan geleid. Gedumpt door mijn ouders en opgevoed door mijn grootmoeder in Betondorp. Toen die doodging was ik zeventien, werkloos en vaste stamgast bij Ruk & Pluk. Ik ging te vroeg trouwen in de provincie, kreeg een zoon die me haatte en daarin moest ik hem eigenlijk wel gelijk geven. Af en toe zou ik wel wat minder gevoelsarm willen zijn. Tegenwoordig doe ik ook wel eens wat goeds. Ik heb mijn zusje een eigen pinpas gegeven. Mijn grootste angst is dat ik nog een keer geboeid op de grond kom te liggen met een zak over mijn kop; mijn vrouw staat te gillen, maar ik kan niets doen. Ik droom dat wel eens.
Waaraan bent u het meest gehecht?
Het boekje met gedichten dat ik kreeg van Arno van Kaas & Zo aan het Chr. Huyghensplein toen hij mij vorige week het hof probeerde te maken. Zijn schrijfsels zijn bijzonder, vooral omdat ze zo weinig betekenen. Het zijn kleine zakjes lucht, zelf opgeblazen ballonnetjes. De man en zijn werk zijn een Gesamtkunstwerk. Waarom zit die man nog in de kazen? Financieel zal dat aantrekkelijk zijn, maar artistiek is het de dood in de pot!
Wat is de beste plek om te zijn in deze buurt?
Het is heel gemakkelijk om nu de loftrompet te steken over Durgerdam, zoals die Tom de Ket laatst deed in de Brug. Zelf kom ik liever op IJburg, een gebied met droge zomers en strenge winters waar de mensen zich graag terugtrekken in hun foeilelijke nieuwbouwappartementen.