‘Schiet op luie lul,’ mompel ik in alle vroegte op de eerste herfstachtige zaterdag tegen mezelf. Ik trek mijn kapotte hardloopschoentjes aan. Gaan met die helse banaan!
In een pas ontwaakt Oosterpark doet een dappere dertigersdame een jogpoging. Ze wordt achtervolgd door haar dreinende kind en de vermoedelijke vader. Vlak bij de vijver zitten shabby gestaltes onder hun vertrouwde afdakje. Ze nuttigen een voorspelbaar ochtendbiertje. Nabij de muziekkapel kijkt een broze mevrouw met rollator me angstvol aan, maar gelukkig heb ik karrenvrachten rollatorervaring; de gevreesde fatale botsing wordt ruimschoots voorkomen. Een groezelige reuzenrat scheert langs mijn voeten. Ondertussen verlaat ik het park en snuif een onverdraaglijke halsbandparkietenpoeplucht op, met glansrijk uitzicht op het OLVG.
Het Beukenplein suft nog grotendeels, terwijl een enkeling van z’n eerste cappuccino nipt. Over de loopplanken van die stomvervelende stoepomlegging ren ik voorbij bakker Ekmek Teknesi onder de spoorbrug door, richting Krugerstraat. Pal voor Coffeeshop Nachtegaal (vette naam trouwens) ligt een uitgespuugde plas Fristi. Of een doodzieke figuur heeft volmaakt roze vloeistof gekotst, dat kan ook. Het Afrikanerplein is stilletjes, maar de Ringdijk niet; dartele honden en baasjes alom, sommigen met een chagrijnige ochtendharses. Anderen zeggen zomaar ‘mogguh’ terug, zoals die kleine vent met dikke grijze snor. Een pensioengerechtigd echtpaar verzamelt geestdriftig rijpe kastanjes. Zij heeft zelfs een gigantische tak meegebracht. Om vruchten uit de boom te tikken.
De Transvaalkade biedt behalve irritante bouwsteigers weinig inspirerends. Terug op het Krugerplein schrikken twee wandelende hoofddoekdames zich een hoedje van de opstuivende duiven. Sorry, mijn schuld. Snackbar Het Snorretje heeft de luikjes nog dicht, maar zet wel een metershoge zak patat buiten. Van kunststof. Ik krijg honger, potverdikkie. En ontwaar een minuscuul schoothondje, vastgeketend aan de Appie Heijn. Het kijkt me dreigend aan, maar keft niet. Naast de spoorbrug staan er twee hartstochtelijk te zoenen (nog net geen tongenarbeid), terwijl een slaperige zwerver onverschillig toekijkt vanaf een bankje. Bijna thuis. Ouderwets enerverend, zo’n hardlooprondje Oost.