Op onze multiculti Beukenweg is een nieuwbakken versmarkt geboren. De vertrouwde Turkse gezichten van Nejat en Ersoy zijn foetsie, maar gelukkig voelt het Turkse gelaat van Aslan ook al gauw vertrouwd. Bovendien kan ik ook met hem over de onstuimige Turkse voetbalclub Galatasaray praten. En dus over Wesley Sneijdertje.
De toko heeft een indrukwekkende make-over gekregen en is omgedoopt tot Aslan Versmarkt. Zowel binnenkant als buitenkant is flink gepimpt. Zo staat de nieuwe naam in kekke verlichting op de gevel. Achterin is een groente- en fruitruimte verrezen, afgezonderd door dikke plastic gordijnslierten. Die malle slierten zijn een regelrecht feest voor mijn blije peuterdochter. Ze rent kraaiend heen en weer.
Aslan verklaart het vertrek van de avontuurlijke ondernemers Nejat en Ersoy: ‘Die jongens hadden geen tijd meer voor de winkel man. Ze doen horecabevoorrading in heel Amsterdam. Het is niet genoeg om soms eens langs te komen en bij te vullen. Je moet er altijd zijn.’ Ging de overname met veel bloedvergieten gepaard? ‘Nee man, we zijn hele goeie vrienden, ik heb vroeger nog met ze geknikkerd.’ Aslan heeft er zin in: ‘Daar in die hoek komt een kleine slagerij. Kip, vlees, alles!’ Gaat hij ook brood bakken? ‘Nee, onze buurman maakt brood. En dat doet-ie heel goed.’
Moeizaam prutsend krijg ik alle wortels, granny smiths en avocado’s in mijn versleten rugzak gepropt. Aslan houdt hem vast, ik rits hem vlug dicht om een groene appelregen te voorkomen. ‘Binnenkort hebben we eigen tasjes,’ zegt hij met gepaste trots. ‘Van stof. Plastic mag niet meer hè. Alleen nog voor kleine producten, zoals sperzieboontjes. Daarvoor hebben we ontheffing gekregen.’ Inderdaad zie ik mezelf geen kilo sperzieboontjes in een gigantische stoffen tas mieteren. Dat voelt toch raar. ‘Je moest zeker twintig formulieren invullen voor die ontheffing?’ vraag ik. ‘Nee! We kregen het gewoon!’ zegt hij lachend. Hij lijkt oprecht verbaasd over dit gebrek aan Hollandse regelzucht.