Liefde

Een half uur te vroeg kom ik de sportschool binnen. De sportleraar leest de bijbel op z’n e-reader. Hij vertelt me dat mensen niet geschapen zijn om dood te gaan. Sterven is iets voor zondaars.
‘Potdorie,’ zeg ik. ‘Veel zondaars around me.’
Hij zegt dat er mensen bestaan die 930 jaar oud zijn.
‘Alles bestaat bij de gratie van geloof,’ gaat hij verder. ‘Als je een zaadje in de grond stopt, dan geloof je dat er een plantje uit groeit. Waar of niet?’
‘Daar ga ik van uit,’ zeg ik, ‘als je het water geeft.’
‘Ergens vanuit gaan, is hetzelfde als geloven.’
Dat het plantje ook groeit als ik er geen lor van geloof, gelooft hij niet.
‘Als je het niet gelóóft, groeit er niets.’
Ik kan nu een geinig stukje schrijven over de sportleraar & zijn geloof. Maar dat is te makkelijk. Hij gaat ervan uit dat de eeuwigheid bestaat. Hij heeft God nodig om niet zwart te worden vanbinnen. God is liefde, volgens hem. Hij gelooft dus in de liefde.
Ik wilde opschrijven: ‘en ik geloof nergens in’. Maar dat is niet waar: ik ben behoorlijk gelovig. Ik geloof namelijk dat alles mis gaat. Dat het niet goed komt. De onheilsprofeet, dat is de mijne.
Dat is in feite net zo goed ridicuul als het geloof in een God die immer het beste met je voor heeft. Nog veel ridiculer. Je hebt er zelf veel minder profijt van. In de 930 jaar dat je leeft.

www.elkegeurts.nl