Cécile Koekkoek (43) is hoofdredacteur van de VARAgids, auteur van het boek Mannen met lang haar en commissaris bij de Bredase profvoetbalclub NAC. Ze woont met haar man en drie kinderen in de Ben van Meerendonkstraat op IJburg.
Hoe lang al?
“Een jaar of zeven. Daarvoor woonden we op Sporenburg in het Oostelijk Havengebied. We hadden een heel klein huis – zestig vierkante meter – waar we met drie kinderen – 4, 5 en 6 jaar – letterlijk uitgegroeid waren. Iedereen zat daar gewoon op straat met de kinderen. Ik weet nog dat ik vroeger zei: ‘dat gaan wij nooit doen’, maar uiteindelijk kropen onze kinderen ook gewoon op straat. Ik vond het daar wel leuk.”
Waarom IJburg?
“We wilden wat kopen. Iets met veel vierkante meters en een tuin. Dan heb je geen keus, dan moet je naar IJburg. Ik denk dat het van de meeste inwoners van IJburg geen grote wens was om ooit op IJburg te wonen.”
Wat zijn de nadelen?
“Het is buiten de ring, eigenlijk ligt het niet in Amsterdam. Als ik bijvoorbeeld ’s avonds een biertje wil drinken moet ik goed nadenken hoe of ik daar kom. Het is op zich prima te fietsen, maar bij slecht weer of als het donker is doe je dat liever niet. Voor we er naar toe verhuisden had ik last van vooroordelen, die overigens allemaal gewoon waar waren. IJburg is een plastic Vinex-wijk, er is weinig groen, alles is er nieuw. Een slaapstad.”
Vind je het er wel leuk?
“Het huis bevalt uitstekend. De vrijheid die de kinderen hebben is ongekend voor stadse begrippen. Maar als ik geen kinderen zou hebben zou ik er ook beslist niet wonen.”
Waar doe jij je boodschappen?
“Soms bij AH op IJburg , soms bij de Maxis. Dat winkelcentrum is echt de hel, de ergste plek van Nederland. Toch wil ik even zeggen dat het belachelijk is dat de Nuonweg is afgesloten. Er is een wethouder van Diemen die er alles aan heeft gedaan om te voorkomen dat IJburgers naar de Maxis kunnen. Dat is van een kleinburgerlijkheid die ik niet kan begrijpen. Als ik niet een U-bocht zou maken die ik eigenlijk niet mag maken word ik door zo’n man dagelijks de file in gejaagd. Treurig.”
Zijn er restaurants of cafés die je kunt aanbevelen?
“Ik kom heel soms in de Espressofabriek. Je zit er altijd tussen de andere moeders.
Er zijn wel een paar restaurantjes die standhouden, maar de meeste bewoners zijn net als wij: als we uit eten gaan, gaan we naar de stad. Ik mis de stad echt sinds ik in IJburg woon. Ik heb tegenwoordig zelfs zo’n OV-fiets. Dan ga ik met de tram naar het CS en stap daar op de fiets. Dan voel ik me echt zo’n forens in plaats van inwoner van Amsterdam.”
Het winkelaanbod, hoe is dat?
“Er zit een fijne winkel op IJburg: Sevenlands. Daar hebben ze leuke kleding en er werken twee ontzettend leuke vrouwen, Imke en Frederique, die precies weten wat bij me past. Veel Scandinavische merken.”
IJburg heeft ook wel iets Scandinavisch?
“Vind je? Misschien omdat het er altijd waait? Toen we op vakantie waren, dacht ik ineens: ‘waarom voelt het hier zo lekker?’. Opeens wist ik het: geen wind.”
En geen spinnen.
“O ja, de spinnenplaag. Ik heb daar niet zo’n last van maar er zitten hier om raadselachtige redenen inderdaad veel spinnen. Als we logés hebben zeggen ze altijd dat ze nog nooit zo veel spinnen hebben gezien.”
Je gaat er, kortom, nooit meer weg?
“We hebben het wel regelmatig over verhuizen, maar er is geen alternatief. In de zomer, als het mooi weer is, is IJburg een vakantie-eiland, voor kinderen dan. Die kunnen overal zwemmen. Die fietsen ergens heen en springen van een steiger. Ik woon er wel met plezier, maar dat komt omdat ik mijn huis heel mooi vind.
Het gekke is dat als ik anderen negatief hoor doen over IJburg, dat ik daar niet zo goed tegen kan.”
Waarom niet?
“Ik vind dat alleen inwoners dat mogen doen. Bij mensen die er zelf niet wonen heb ik altijd de bijgedachte van ‘heb je het zelf zo goed voor elkaar dan?’ Die praten erover alsof je heel erg sneu bent met je huis op IJburg. Je wordt meteen gedegradeerd tot een mislukte vrouw.”
Lees ook onder anderen Jelle Brandt Corstius en Frank Lammers in De Jas.