Paulien Cornelisse (Amsterdam, 24 februari 1976) is auteur, cabaretière en columniste. Ze woont met haar vriend Chris Bajema en zoon Wiek (en twee dagen per week met de twee zoons van Chris) in een bovenwoning in de Copernicusstraat.
Het klinkt nogal winderig op de achtergrond, waar ben je?
“Dat klopt. Ik sta in de file voor de veerboot van Rederij Doeksen, die van Terschelling naar Harlingen. Ik heb samen met mijn vriend op Oerol een dagelijkse talkshow op het festivalterrein gepresenteerd. Hartstikke leuk, maar ik heb er door de weersomstandigheden wel een verkoudheid of griep aan over gehouden. Dus naar omstandigheden gaat het redelijk.”
Woon je al lang in de Copernicusstraat?
“Nee, tot voor kort woonde ik in een verbouwd klaslokaal met hoge plafonds. Nu zitten we op een hoog in een eengezinsappartement. Dit is al mijn vijfde plek in Amsterdam-Oost. We zijn op zoek naar een nieuw huis en ik geloof dat ik wel in deze buurt wil blijven. Mijn actieradius is sinds de geboorte van mijn kind toch wat kleiner. Het fijne is dat hier heel veel vrienden en bekenden wonen. Die kom je allemaal tegen. We zitten gezellig op een kluitje van een vierkante kilometer.”
Wat zijn je favoriete plekken?
“Ik ben heel erg van het koffiedrinken. Vooral als ik me rot voel helpt dat. Ik kom veel in Polder, maar ook in Blend in winkelcentrum Oostpoort dat we vanwege de uitstraling ook wel Nieuw-Nieuwegein noemen, maar vooral in de Coffee Company op het Javaplein. In die Coffee Company is het prettig werken. Daar zitten allemaal mensen met laptops dusdanig te typen dat ik als vanzelf denk: ik moet nu ook echt wat gaan doen.”
Waar ga je uit eten?
“Ik vind Wilde Zwijnen aan het Javaplein een goed restaurant en ook in Thai Tiger aan datzelfde plein komen we graag. Vorige week zijn we gaan eten in Noord-Koreaans restaurant Haedanghwa aan de Middenweg, vooral om te kijken of het er echt zo aan toe gaat als wat je ervan hoort met die zingende serveersters en zo. Je gaat toch een beetje tweeslachtig naar huis. Het eten was goed en de bediening vreemd, maar je weet niet of ze stiekem toch onderdrukt worden en of je nu bezig bent met sponsoren van een fout regime. En nu ik toch bezig ben… Wat ik ook een goede zaak vind is Da Portare Via, dat zit bij ons in de straat. Dat is Italiaans voor ‘om mee te nemen’, maar anders dan de titel doet vermoeden kun je er dus ook gaan zitten. Dat weten veel mensen niet.”
Hoe zou jij de Watergraafsmeer typeren?
“Mijn vriend noemt het ‘Klein Hilversum’ omdat er zoveel mediatypes wonen en rondlopen. Verder zitten er veel schrijverige types, van die zzp’ers die rondhangen en werkvermijdend gedrag vertonen.”
Heb jij nog een goede tip om naartoe te gaan?
“Nou in de Czaar Peterstraat zit Roest, dat vind ik wel een leuke plek, of is dat al te bekend? En in het Flevopark heb je zo’n laantje waar langs de kant allemaal kabouterhuisjes staan.”
Wat zou je graag veranderd zien in de Watergraafsmeer?
“Ik zou willen dat er in de Indische Buurt wat meer grotere huizen waar gezinnen in passen zouden komen te staan en in de Watergraafsmeer wat meer kleinere huizen. Ik zou het wat meer gemengd willen zien. De Watergraafsmeer is nu wel een heel dorps reservaat met maar een soort mensen. Ik zou de diversiteit van de Indische Buurt graag naar de Watergraafsmeer exporteren.
Verder zou ik willen dat er een goede toko met Indisch eten op de Middenweg kwam en in godsnaam dat er niet nog meer kappers en kledingzaken komen. Ik snap eigenlijk niet dat die daar nog kunnen bestaan. Ik raak nu echt op dreef merk ik want ik wil eigenlijk dat er ook nog een goede Surinamer op de Middenweg komt en het liefst ook nog een Surinaamse toko waar je de ingrediënten zelf kunt halen. En mijn vriend bemoeit zich nu ook met het gesprek, die zou graag genoteerd zien dat er bij ons om de hoek een goede Japanse toko zit [Japans restaurant Issa]. We zijn de naam nu even kwijt, maar hij zit er.”
Lees ook, onder anderen, Teun van de Keuken en Frank Lammers in De Jas.
Hoe de Watergraafsmeer is veranderd, heb ik hier al beschreven als reactie op het interview met Aaf Brandt Corstius, een paar maanden geleden.
BN’ers lijken wel de maatstaf ter beoordeling van de Watergraafsmeer te zijn; een buurt waar ze veelal nog maar kort wonen. Het dorpse karakter van weleer heeft door bebouwing (bijvoorbeeld het Science Park) al veel moeten inleveren. De samenstelling van de bevolking is de laatste jaren juist erg veranderd – ook qua diversiteit – wat niet iedereen kan waarderen. Interview daarom eens een ‘autochtone’ Watergraafsmeerder voor wie koffieleuten buiten de deur en uit eten gaan niet is weggelegd. Vaak kan de steeds hoger wordende huur amper nog worden betaald, laat staan dat er naar een andere (grotere) woning verhuisd kan worden.
Een betiteling als ‘dorps reservaat met maar een soort mensen…’ zou wellicht op de BN’ers kunnen slaan die hier toch graag willen wonen getuige het grote aantal. Prima toch!
Er zijn inderdaad heel wat zzp’ers. Ze hangen niet rond, maar willen juist werken (bijvoorbeeld als schrijver). Hoe aanmatigend ben je! Kijk eens wat verder dan die ene vierkante kilometer waar je het over hebt en dan je neus lang is voordat je een oordeel velt.
Paulien is een ding vergeten: niet iedereen krijgt de kans en heeft de mazzel om naamsbekendheid op te bouwen door regelmatig in onder meer De Wereld Draait Door te verschijnen. (Geen jaloezie, maar realiteitszin.)
En ach… een goede kapper en kledingzaak kan iedereen gebruiken, BN’er of niet.
Han Maas
Schrijver bij Han Maas Publicaties