De Jas

Aaf Brandt Corstius: ‘Een suffe buurt, en dat is het ook’

Aaf Brandt Corstius (Haarlem, 3 maart 1975) is columniste bij onder andere De Volkskrant. Ze woont sinds vier jaar met haar vriend Gijs Groenteman en hun twee kinderen Benjamin en Rifka in de Finsenstraat.

Wat is dit voor buurt?
Ik ben gek op de Watergraafsmeer, en dat bedoel ik niet ironisch. Ik vind het zalig. Toen ik hier kwam wonen was de eerste indruk ‘wat een suffe buurt’, en dat is het ook.

Wat is er suf aan dan?
Wat niet? Er wonen alleen maar gezinnen en bejaarden; het is niet wat je zegt ‘gemengd qua zwart en wit’; er wonen alleen maar welgestelde mensen. Het is gewoon een heel uniforme buurt, maar ik heb nog nooit zoveel mensen gekend door gewoon buurtcontact. Ik ken heel veel mensen gewoon van op straat.

Waar woonde je hiervoor?
In de Transvaalbuurt. Dat is het rare: je schuift een paar honderd meter op en het is een wereld van verschil. De Transvaalbuurt is leuk, maar niet zo gezellig. We hadden daar last van van die hangtypes, een groepje van vier of vijf jongens die elke nacht tot drie uur bezig waren. Daar kreeg ik ruzie mee. Dan ging ik naar ze roepen dat ze op moesten houden met praten omdat we wilden slapen en riepen zij ‘kutwijf’. Eentje heeft er zelfs een keer naar me gespuugd. Dat verpestte het voor mij wel een beetje daar.

Ging je daarom verhuizen?
Mijn leven was in korte tijd enorm veranderd. Van een single vrouw met nul kinderen veranderde ik binnen twee jaar in een gebonden vrouw met vier kinderen. (Gijs had al twee kinderen.) Toen de jongste geboren werd moesten we echt weg. Zes mensen met maar twee slaapkamers kon echt niet. We wilden graag in Oost blijven en het rare was dat er op heel Funda maar één huis te vinden was met genoeg kamers en binnen het budget: dit huis.

Je hebt geen tuin.
Nee, maar wel een mini-balkon. Sinds een week heb ik trouwens een moestuin in Zeeburg erbij. Op een braakliggend terrein vlakbij The Harbour Club, daar komt een hotel. De sfeer daar is zo te gek. Je wordt er de hele tijd aangesproken. ‘Hee, wil je van mij wat erwten?’ Gijs is daar te cynisch voor, ik vind het geweldig.

Waar doe jij je boodschappen?
Ik vind Winkelplein Watergraafsmeer zoals het Christiaan Huygensplein tegenwoordig wordt genoemd, in een woord geweldig. De Albert Heijn heeft zelfscanners zodat je nooit meer in de rij hoeft te staan. Bij Daily Delis hebben ze heel lekker brood en sinds kort ook een broodsnijmachine. Bij Brood aan de overkant bestel ik graag koffie die ik dan ter plekke op drink, het liefst met Gijs naast me op het bankje. Ik doe eigenlijk al mijn boodschappen in de buurt.

Haal je veel inspiratie uit deze buurt?
Ik schrijf wel eens dat ik in een totaal verantwoorde bakfietsbuurt woon met alleen maar dertigers die op D66 stemmen. Dan krijg je soms reacties van: ‘Ik dacht die woont in de Watergraafsmeer’. Ja, waar anders, denk ik dan. Wat Gijs en mij opvalt is dat het hier heel erg lijkt op Amsterdam-Zuid van pak ’m beet dertig jaar terug, de buurt waar we alle twee opgroeiden. Die buurt is nu vergeven aan de Leco-achtigen. Rare, rijke mensen.

In de Watergraafsmeer wonen veel kinderen.
Het is hier heerlijk voor kleine kinderen. Daar ben ik heel dwingend in richting vrienden: als je kinderen krijgt moet je hiernaartoe. Er zijn overal tuinen en parken, je hebt er vijf goede scholen en iedereen is hier bezig met moestuintjes.

Wat mis je hier?
Nog meer plekken om te lunchen en koffie te drinken. Café 1900, de mooiste plek van de stad, is opeens gesloten en winkelcentrum Oostpoort vind ik niet leuk. Ik wil meer plekken voor freelancende semi-werklozen.

Koffie-cafés.
Koffie-verkeerd-cafés.

De Coffee Company aan de Middenweg vind je te ver?
Nee, daar zat ik vanmorgen nog, maar dat is natuurlijk geen plek om van te houden. Al werkte daar tot voor kort toevallig wel een heel aardige jongen die al mijn bestellingen uit het hoofd kende.

Heb je nog een geheime tip?
Speeltuin Frankendael, die helemaal niet in Frankendael ligt. En verder het koffiestalletje op het Mariotteplein, waar vrijwilligers – waaronder ik – koffie schenken op de speelplaats. En koop verder je groenten bij Helal et Gida in de Pretoriusstraat. Daar hebben ze de beste groente en fruit van heel Amsterdam-Oost, misschien wel van de hele stad.

Wat zijn goede groenten en fruit?
Nou in ieder geval niet zoals bij Albert Heijn, dat het eerst heel hard en daarna ineens bedorven is. Je kunt het gewoon meteen eten.

Lees ook onder anderen Frank Lammers, Eric Corton en Eva Hoeke in De Jas.

4 Reacties

  1. Na het Constantijn Huygensplein (Frank Lammers). Nu het Cornelis Huygensplein…..ondernemersvereniging Christiaan Huygensplein heeft nog een lange weg te gaan.

  2. Misschien heb je gelijk Ellen Bosch….maar zeker de nieuwe Watergraafsmeerders hebben nog een lange weg te gaan in het leren kennen van hun buurt…

  3. Ik denk dat Aaf nog niet (helemaal) is ‘ingeburgerd’. Zij schetst voor een groot gedeelte de situatie in de Watergraafsmeer zoals die was: bewoning door gezinnen met kinderen (in de bovenwoningen) en bejaarden (in de benedenwoningen). De buurt gold, op zijn Amsterdams gezegd, als ‘kale- neten-buurt’, waar bij de slager op het Christiaan Huygensplein een half onsje ( preek uit: ‘unsje’) rookvlees werd besteld.

    Het ‘plein’ is ondanks een recent uitgevoerde opknapbeurt in de loop der jaren verarmd: geen slager, schoenenwinkel, kledingzaak, opticien… et cetera meer. En een ‘broodjuwelier’ of een delicatessezaak is niet voor iedereen weggelegd; nee, zeker niet iedere Watergraafsmeerder is welgesteld!

    Als geboren en getogen Watergraafsmeerder gaat het me aan het hart dat de buurt achteruit holt door de veranderde algehele mentaliteit alsmede door de toegenomen criminaliteit. En als je bijvoorbeeld voor Albert Heijn (dat ik nog heb zien bouwen) een dag niet van de sokken bent (gebak)fietst en vervolgens ook niet bent uitgescholden, ben je spekkoper… Hoezo ‘suffe buurt?’

    UITHOEK

    ‘Het is jammer dat het Science Park nog in zo’n uithoek van de stad ligt’, zegt de kersverse directeur Leo Le Duc van Het Amsterdam Science Park in Het Parool.

    Was het maar waar! Tot een aantal jaar geleden kon je nog in het schaarse groen wandelen en genieten van onder meer paardjes in de wei.
    Sinds jaar en dag is de Kruislaan onderdeel van mijn hardloopparcours: (vroeger) langs de volkstuintjes, richting Ooster Ringdijk en Flevopark. Het voorjaar rook je gewoon.
    Nu ruik je de snackcar die de hongerige magen van studenten en wetenschappers vult.

    Het gebied ná de spoortunnel gold als ‘landelijk’. Alleen ‘Anna Hoeve’, de enig overgebleven boerderij, staat er nog; sloop die maar, want het slaat nergens meer op… De unieke uithoek van de Watergraafsmeer is voorgoed verdwenen. Er kan een streep gehaald worden door de Kruislaan die door de decennia heen vrijwel al haar bomen is kwijtgeraakt. Wat overgebleven is, is een weg die steeds drukker is geworden. De bedoeling was nou juist dat de Kruislaan door de aanleg van de Ringweg ontlast zou worden. Ja, het is de vooruitgang… We hebben er tenslotte een station aan overgehouden!

    En wat gebeurt er met het gebied vóór de spoortunnel? Je kan erop wachten dat de aloude discussie over bebouwing van de sportvelden weer nieuw leven wordt ingeblazen.

    De verandering begon met de bouw van een aantal kantoren waarvan niemand het nut voor de buurt (Watergraafsmeer) in zag. De volkstuintjes verdwenen voor de bouw van studentenflats.
    Flats die niet toereikend zijn voor alle studenten met als gevolg dat deze overal in de buurt gehuisvest zijn, getuige de stapels bierkratten op de balkons. De authentieke buurtbewoners ondervinden veel overlast van studenten die er een afwijkende levensstijl en vooral egocentrische houding op nahouden.

    Door verbouwing tot studentenhuis van de daartoe niet geschikte flats uit de jaren vijftig van de vorige eeuw, worden de huizen door te veel mensen bewoond. Alleen de huisjesmelkers die de tot appartementen omgedoopte flats voor veel geld verhuren of verkopen, spinnen er garen bij. Protesten van de buurtbewoners worden niet of onvoldoende gehoord.

    Leo Le Duc moet als eerste officiële (overbodige) directeur zich natuurlijk waarmaken. Hij wil zelfs Shell ‘binnenhalen’. De vraag is: voor wie wil hij dat doen? En mijn vraag is: waar woont de heer Le Duc zelf?

Comments are closed.