Het gaat schrijver Gerbrand Bakker voor de wind. Zijn romans zijn in binnen- en buitenland een groot succes en vanaf vandaag is de verfilming van Boven is het stil, It’s all so quiet in de bioscoop te zien. Bakker is gelaten onder zijn succes. Hij vindt het zeker prettig, daar niet van – “Wat je gezaaid hebt, kun je nu oogsten” – maar hij is nog steeds aan het opkrabbelen van de “gigantische depressie” die hem de afgelopen drie jaar in z’n greep had.
Van het geld dat je hebt verdiend met Boven is het stil heb je een huisje in de Eifel in Duitsland gekocht. Met het doel om daar te schrijven?
“Ik schrijf al drie jaar niet meer. Ik had andere dingen waar ik mee af moest rekenen. Niemand had door dat ik depressief was, zelfs mijn psychotherapeut de eerste twee jaar niet. Hij zei: dat komt omdat je zo’n taaie rakker bent. Altijd maar vechten, er altijd maar weer tegenin. Toen ik 18 was en net het huis uit was, ben ik een half jaar gek geweest. Ik had enorme angsten. Ik heb toen niets gezegd, tegen niemand, op een gegeven moment ging het beter. Maar eigenlijk heb je zo’n depressie altijd. Ik ben er mijn hele leven al tegen aan het vechten, ik wist alleen eerst niet wat het was. Maar op een gegeven moment loop je tegen een grens aan, dan kun je het echt niet meer ontkennen.”
Je hield je al die tijd staande dankzij je nuchtere inborst. Heeft dat te maken met je achtergrond als boerenzoon?
“Ik denk het. Ik heb tot en met mijn achttiende op de boerderij in Wieringerwaard gewoond, in the middle of nowhere. Die eerste 18 jaar zijn toch het meest vormend geweest. Daarna ging ik naar Leeuwarden en kreeg ik alle vrijheid, maar dat heeft op de een of andere manier minder indruk gemaakt.”
Bij je ouders thuis werd er niet of nauwelijks gelezen. Waar kwam die drang om te schrijven bij jou vandaan?
“Ik had historische taalkunde aan de UvA gestudeerd, dus toen ik afstudeerde in 1992 belandde ik onmiddellijk in de bijstand. Ik was bevriend geraakt met een aantal kinderboekenschrijvers, onder wie Dolf Verroen, Nannie Kuiper en Paul Biegel. Dat waren ontzettend leuke mensen met drank en veel sterke verhalen. Ik dacht, ik wil ook onderdeel van die wereld zijn. Toen ben ik een etymologisch woordenboek voor kinderen gaan schrijven. Een heerlijke manier van werken was dat, woorden opzoeken en daar dan een verhaal bij schrijven. Daarna zei mijn uitgever: schrijf nu maar een jeugdroman. Daar dacht ik verder niet al te veel bij na. Dat deed ik gewoon. In een paar maanden schreef ik Perenbomen bloeien wit.
Toen ik in 2002 stopte met mijn baan als ondertitelvertaler ging ik direct weer schrijven. Het zal wel met mijn opvoeding te maken hebben, maar ik kan niet niks doen. Ik schreef om bezig te blijven. Daarbij, als ik aan het schrijven ben, ben ik het allergelukkigst. Ik was een half jaar compleet van de wereld. Er zit op dat moment een soort vlies tussen jou en de wereld. Overal waar je bent is het in je achterhoofd zo van boek, boek, boek, boek.”
Was het lastig om Boven is het stil, je grote doorbraak, uit handen te geven, zodat Nanouk Leopold de roman kon verfilmen?
Bakker haalt zijn schouders op. “Ik vind het prima als mensen mijn boek gebruiken. Als het boek af is, moet je het loslaten. Ik vond het spannend om te zien wat een ander met je verhaal doet. Voor een schrijver kan een verfilming alleen maar goed uitpakken. Als de film slecht wordt ontvangen, zegt de recensent: het boek was veel beter. Als de film goed wordt ontvangen, gaan mensen het boek ook weer kopen.”
Het verhaal gaat over de relatie tussen boerenzoon Helmer en zijn oude vader. De zoon runt in zijn eentje de boerderij. Hij heeft nooit het leven geleid dat hij wilde leiden. De homoseksualiteit van Helmer speelt in het boek een heel subtiele rol, in de film lijkt deze verhaallijn uitvergroot.
“Helmers homoseksualiteit krijgt een grotere rol dan in het boek, toch vind ik het nog steeds subtiel. Maar ik ga niet zitten vergelijken, het verhaal is niet langer van mij. Ik vind dat Nanouk de sfeer mooi heeft vertaald.”
Hoe gaat het nu met je depressie?
“Vorige zomer was ik op een literair festival in Wales. Stephen Fry, Ruby Wax en Monty Don spraken daar op een congres over depressie. Stephen Fry en Ruby Wax waren heel schreeuwerig. Monty Don was juist heel humble en rustig geworden. Hij had zich een beetje teruggetrokken. Hij is de tuinman van Engeland, de presentator van Gardeners’ World op de BBC en mijn held. Met hem kan ik me goed vereenzelvigen. De depressie maakt mij ook humble. Ik zoek op dit moment de tevredenheid op. Ik werk veel in mijn grote tuin bij mijn huisje in de Eifel. Ik ben al driekwart jaar heel tevreden, maar er kan niet veel bij. Daarom schrijf ik nu niet, maar dat komt wel weer.”
Wat vind je van de jas?
“Niks voor mij, ik heb een beetje moeite met leer. Ik kreeg een keer van iemand een leren broek, dat vond ik ook niks.”
Paspoort
Naam: Gerbrand Bakker
Beroep: schrijver, schaatstrainer, hovenier
Geboren: 28 april 1962, Wieringerwaard
Boeken: Junior Etymologisch Woordenboek (1998), Perenbomen bloeien wit (1999), Boven is het stil (2006), Juni (2009), De omweg (2010)
Gerbrand Bakker heeft een column in de Groene Amsterdammer
Vanaf vandaag draait It’s all so quiet (de verfilming van Boven is het stil) in de bioscoop.
Lees ook, onder anderen, Ruben van der Meer, Maartje Wortel en Marcel Hensema in De Jas.