Vrijdagochtend lees ik op het prikbord al de eerste avonturen van kinderen, die door de drakenpoort zijn gevaren. In groep 6 van juf Hanke praten we erover door. Great heeft zichzelf veranderd in Kleine Great, maar hij is evengoed onverschrokken en totaal niet bang. ‘Kom maar op, draken!’ roept hij. Bilal laat de kleine kapitein wel de draken verslaan, maar zijn vader is het daar niet mee eens. Hij roept: ‘Mijn draken zijn dood! Jij hebt huisarrest totdat je 15 jaar wordt!’ Tommy vaart met andere piraten de drakenpoort door. De draken smelten samen tot één tweekoppige draak. Maar dan komen de vaders met een andere draak en zo komt alles goed. ‘Dank je, vaders!’ roepen de piraten. Bij Natacha zien we kapitein Ron in actie. Hij schiet gewoon vuur terug naar de draken, zodat ze verbranden. Lekker handig! Romaissa heeft het verhaal op een heel originele manier veranderd: er zijn kinderen, die vast zitten in een land en niet terug kunnen naar hun ouders. Eén van de kinderen, Joram, maakt een boot en daarop proberen ze te ontsnappen. Ze moeten door de drakenpoort. Dilara schrijft over kapitein Ayoh met zijn twee bodyguards Jan en Jochem. Jochem vindt een schatkaart en zo besluiten ze op pad te gaan. Jan is echt een fijne bodyguard: hij geeft de kapitein niet alleen eten en drinken, hij geeft ook massages! En hij wappert de kapitein koelte toe met een blaadje. Doe mij ook zo’n bodyguard!
In de komende week gaan de kinderen werken aan een spannend verhaalbegin. Om vast in de stemming te komen, lees ik twee verhaalopeningen voor. Ik begin met ‘Rare vogels’ van Rindert Kromhout. De klas luistert aandachtig en er wordt hard geklapt. Maar Peter vindt het stuk evengoed saai. ‘Er is helemaal geen actie!’ En ook wordt de eerste bladzij onduidelijk gevonden. Wie zegt er nou wat tegen wie? En wie zijn er allemaal bij elkaar? Emirhan meent dat er iets niet klopt: ‘De dieren vinden geld onbelangrijk. Maar als je geen geld hebt, kun je ook geen eten kopen.’ Daar zit wat in… Ook is de naam Lolo niet goed gekozen voor een varken. ‘Dat is toch een apennaam!’
Maar als we erover doorpraten, komen er ook andere geluiden. Ayoub vindt het zinnetje ‘Wat ging je weer prachtig dood, vandaag’ heel grappig. ‘Maar hoe kan dat dan?’ wil iemand weten. ‘Ze kan later weer praten.’ Daar weet Ayoub het antwoord wel op: ‘Het gaat over een toneelstuk.’ Lydia heeft meteen door dat de buldog niet deugt. ‘Hij is er later bijgekomen en dan wil hij meteen het geld beheren.’ Ja, dit is zo’n boek, waarin het heel langzaam en stiekem spannend wordt. Tommy zegt dat hij het wel wil lezen. Hij heeft aan de sticker op de voorkant gezien dat het boek een prijs heeft gekregen. Aha, daar kun je dus ook op letten!
Daarna lees ik de opening van ‘Auww!’ van Veronica Hazelhoff. Nou ja, ik speel een beetje vals: ik lees het begin van het tweede hoofdstuk, waarin Maartje gewond op de weg ligt. Zelfs dat vinden de kinderen niet superspannend. Ja, een ongeluk, oké, maar wat dan nog? Het is wel grappig dat Maartje op een gegeven moment zegt: ‘Ik ben niet dood!’
Vervolgens lezen kinderen verhaalopeningen voor die zij spannend vinden. Er komt een Kippenvel boek voorbij, waarin een mooie zin staat: ‘Die avond hoorde hij voor het eerst het angstaanjagende geluid.’ Ja kijk, dat is echt eng! Omar leest voor uit Winterdieren van Bibi Dumon Tak. Hij kiest het verhaal over de twee kinderen, die bij de wolven zijn opgevoed. Dat is ook spannend, al is het dan op een andere manier. Ook horen we het begin van Dolfje Weerwolfje en van het Huis Anubis.
En dan is het tijd om aan onze eigen verhaalopening te denken: wat moet daarin om het spannend te maken? Destinitia is vandaag voor het eerst in deze klas, maar ze heeft al meteen een goede bijdrage: Een meisje gaat de kelder in en dan slaat de deur dicht. Ze drukt op een knopje, maar dat helpt niet. De deur blijft dicht … Oei, ik ben nu al benieuwd naar het verhaalbegin van Destinitia! En dan komen de ideeën los. Wat dacht je van een 3D tv, waar zomaar een eng wezen uit komt stappen. Of: je zit in een bootje op zee en dan steekt er een orkaan op en je kunt niet terugvaren door de stroming…
In groep 6 van juf Claire zijn de kinderen ook op allerlei manieren door de drakenpoort gegaan. Op haaien, op walvissen. Ayman vertelt dat hij twee hoofdstukken heeft geschreven. Die mag hij even voorlezen. Er komen de meest wonderlijke figuren in voor zoals meneer Pindahoofd en meester Emirhan. Bilal heeft het verhaal, dat hij thuis heeft geschreven helaas niet bij zich, maar hij kan het wel navertellen. Het is reuze spannend, want het speelt rond middernacht. Er zijn krakende deuren en er is een vliegende schotel. Het blijkt dat hij een verhaal in een verhaal heeft geschreven! Dat is knap. Doha leest voor over een jongen, die op het schip van zijn vader mag gaan varen. Hij wordt altijd al de kleine kapitein genoemd en nu mag hij met een paar kinderen gaan varen. Aha, nu weet ik eindelijk hoe de kleine kapitein aan zijn schip is gekomen!
We kijken vooruit naar de nieuwe opdracht en ook hier trek ik ‘Rare Vogels’ uit mijn tas. De tekening op de voorkant roept vragen op: ‘Rare vogels? Zijn dat nou mensen of dieren?’ Het antwoord komt uit de klas. ‘Het zijn dieren, maar niet allemaal vogels. Het betekent dat ze een beetje vreemd zijn.’ ‘En ze hebben allemaal jurken aan, waarom?’ ‘Dat snap je straks wel, als ik voorgelezen heb,’ zeg ik. En dat klopt. Als ik de opening heb gelezen, snappen ze allemaal dat het om een toneelvoorstelling gaat. Ja, en daarbij verkleed je je natuurlijk. Steven waarom ik zo’n lang beginstuk voorlas. ‘Anders hoorde je nog niets over de buldog,’ zeg ik, ‘en die maakt het juist spannend. ‘Die doorgestoken kip op de achterkant maakt het ook spannend,’ vindt Danisha.
Heeft er iemand nog een spannend verhaalbegin in de aanbieding? Er gaan wel vijftien vingers omhoog. We zullen moeten kiezen. Tycho leest het begin voor van ‘Razend’ van Carry Slee. Daarin maken we kennis met een jongen, die onder de blauwe plekken zit. Het blijkt dat zijn vader hem geslagen heeft, omdat hij opgehouden is met zwemmen. Nu hoort hij zijn vader thuiskomen en hij hoort aan zijn voetstappen dat het niet goed is …. Ja, dat is zeker spannend! Ook hier komt een boek uit de Kippenvelserie langs. Deze keer gaat het over een jongen, die alleen moet alleen achterblijven in Alexandrië. Zijn ouders hebben een belangrijke klant, waar ze naartoe moeten. Ik bijt nu al op mijn lip, maar nee hoor, verderop is het nóg spannender wordt mij van verschillende kanten verzekerd. Daar klimt hij langs een touwladder naar boven, wordt in zijn hand geprikt en valt dan in de donkere piramide… Ibtissam leest het begin voor van ‘Fritzi en Linke Henkie.’ Er zijn allemaal auto’s gestolen en inspecteur Fritzi moet de dief opsporen. Maar voordat het zover is, dreigt de dief iets akeligs met haar kinderen te doen.
Als we in deze groep inventariseren wat spannende dingen zijn voor een verhaalopening, krijg ik het benauwd. Zulema zegt: ‘Je kijkt naar Scary movie en een figuur uit die film komt de kamer binnen of die zit opeens achter de bank en valt je van achteren aan. Keisha denkt dat het wel eng is als je alleen thuis bent, je zit bij een open raam en je hoort opeens een krakende ladder. Ieuw! Of er wordt aangebeld en er staat niemand voor de deur. Maar dan staat er opeens iemand achter je. Of je bent in het spookhuis en dan word je in het donker vastgepakt door iets en je weet niet wat. Ik kan niet wachten tot volgende week!
In groep 8 van meester Thomas wordt heel wat geschreven. Er zijn kinderen die avonturenverhalen maken, vaak realistisch. Ook heeft iemand een vaste hoofdpersoon, Superheld, die van alles beleeft. Een echte serie dus! Ik vertel van alles over mijn boeken en krijg de vraag hoe ik geïnspireerd ben geraakt. ‘Eigenlijk doordat mijn juf in klas 5 (nu groep 7) voorlas uit ‘De brief voor de koning.’ Toen wist ik zeker dat ik kinderboekenschrijver wilde worden,’ zeg ik.
Het boek ‘Mysterieuze mail voor groep 8’ laat ik in de klas achter. ‘Om dit boek te kunnen schrijven heb ik een bestaande groep 8 geïnterviewd,’ vertel ik. Ook de tekeningen zijn gemaakt naar foto’s van de kinderen uit die klas. Het boek is uitgekomen in de serie Voorleeskwartier en het zou dus tijdens het eten en drinken ‘s ochtends voorgelezen kunnen worden. Meester Thomas knikt.
Ook vertel ik over het verhaal in de bundel ‘Vergeten oorlog,’ waarin ik schrijf over een zgn. ‘Jappenkamp’ in de Tweede Wereldoorlog. Het blijkt dat de kinderen al veel weten over deze periode. Er komen tal van vragen: hoe lang ik over een boek doe, of mijn kinderen ook schrijven, hoe ik het begin van een verhaal maak en nog veel meer. Een van de kinderen vraagt om een handtekening, maar een ander meent dat ik beter een handtekening aan hén kan vragen. Waarom? Zij waren afgelopen woensdag op het Jeugdjournaal! Bleek ik tegenover een beroemde klas te staan. ‘Was het eng?’ vroeg ik. ‘Ja, een beetje wel,’ vertelt een jongen, ‘want ik maakte een blunder, maar die hebben ze eruit geknipt. Ik zei iets over de meester.’ Meester Thomas lacht. Andere kinderen vonden het vooral leuk om op tv te zijn!
Lees hier eerdere blogs van De Schoolschrijver.