Karakter

De herfst begon als de winter aan te voelen. Op haar eiland waren maar weinig bomen en de kleurenpracht die je van de herfst verwachten mocht, was hier ver te zoeken. Haar verjaardag was achteraf enorm meegevallen. Ze had een paar kaarten gekregen en Frank had nog eens gebeld. Na een min of meer ontspannen gesprek, was het tot het maken van een afspraak gekomen.
Ze trok haar paarse jurk uit en deed een rode aan. Ze had eens ergens gelezen dat iedere vrouw een rode jurk zou moeten hebben. Ongeacht haar omvang en postuur. Een vrouw in een rode jurk straalt kracht, zelfvertrouwen en seksuele drift uit. Tja… Ze beoordeelde haar eigen kont in de spiegel en vond dat ie er mee door kon. Een panty was eigenlijk te koud, maar een maillot kon natuurlijk niet.
Haar shawl bond ze strakker, ze liet haar nek in haar kraag zakken. Haar hakken klikklakten. Ze hadden in het haventje afgesproken.
Wanneer ze het gegrom hoorde? Toen het beest al vlak naast haar stond of toen het uit een huis naar buiten kwam stormen… Eén ding was zeker, het was er ineens. Een blaffend, kwijlend beest. In z’n ogen zag ze dat hij ook niet wist hoe het verder moest. Zou hij haar eens flink bijten of tegen haar opspringen? Hij blafte ondertussen maar door. Liep rondjes rond haar enkels, waardoor ze bijna viel.
Het baasje, dat er niet onaardig uitzag, kwam rustig uit haar huis gelopen. Ze riep het beest, maar dat haalde niets uit. Iets harder probeerde ze het… tot ze vlakbij was en het beest aan zijn halsband bij haar wegtrok. De druk van de halsband tegen zijn keel, maakte dat ie hijgend en raspend verder blafte. Hij gaf het nog niet op. Het baasje, met mooie krullen, legde lachend uit dat ze een hond genomen had, zodat haar zoon zou leren dat je moet luisteren en je aan bepaalde regels moest houden.
Prima. Ze vertikte het om te zeggen dat het niet uitmaakte, dat ze bijna gevallen was en dat haar hart in haar keel klopte.
“Het zal niet meer gebeuren hoor. Dat beloof ik,” zei krullenbol.
Hoe zou dat kind van haar zijn? Ze zag een schoppende kleuter voor zich, een spugend kind… “Succes ermee,” zei ze en wilde doorlopen.
Dat vond de krullenbol waarschijnlijk erg aardig en daarom bedankte ze haar nogal uitvoerig. Ze trok de hond nu zo hard aan zijn halsband dat z’n voorpoten ergens in de lucht bungelden. Zijn ogen puilden een beetje uit, maar hij blafte door. Een hond met karakter.
Ondertussen was ze bijna te laat.