Geschiedenis

De Oranjesluizen in het IJ

De geschiedenis van een stad of streek is voor veel mensen vooral zichtbaar in oude gebouwen, eventueel ook in windmolens en oude vuurtorens. Maar sluizen? Wat is er historisch aan een groot waterwerk als de Oranjesluis? Het sluizencomplex bij het Zeeburgereiland is meer dan een eeuw oud en maakt onderdeel uit van het Noordzeekanaal, dat nauw verbonden is met het verleden van Amsterdam. Daarom verdienen de Oranjesluizen een plekje in deze serie.

Het Noordzeekanaal en de Oranjesluizen worden wel eens omschreven als een van de grote ‘kunstwerken’ uit de negentiende eeuw. De term kunstwerk is in dit verband misschien wat verwarrend, maar technici verstaan onder kunstwerken ook kunstmatige bouwsels zoals wegen, bruggen en sluizen.

Over de aanleg van een kanaal tussen Amsterdam en IJmuiden is eeuwenlang gesproken en geschreven, maar het plan werd pas serieus nadat de Fransen in 1813 uit Nederland waren vertrokken. Men droomde erover van Amsterdam weer een rijke koopmansstad te maken. Een van de natuurlijke belemmeringen daarbij waren de ondiepten in het IJsselmeer, met name rond Pampus. Diverse ontwerpers hadden al plannen ontwikkeld voor een rechtstreekse verbinding met de Noordzee, maar die liepen steeds stuk op politieke en technische problemen. In 1853 schreef het KIVI (het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs) een prijsvraag uit om vaart te brengen in de plannenmakerij. De winnaar zou duizend gulden krijgen, een bedrag dat door de stad Amsterdam nog eens werd verdubbeld. Geen van de Nederlandse inzendingen voldeed aan de eisen; het was een Brits plan dat uiteindelijk met de eer ging strijken.

Het Britse ontwerp is langs meer dan tien commissies gegaan. Deze voerden stuk voor stuk aanpassingen door, maar het geduld van de Britten werd beloond: in 1859 werd een wetsvoorstel ingediend dat de aanleg mogelijk moest maken. Daartegen kwam verzet omdat in dit voorstel een dam was bedacht die het IJ zou afsluiten van de Zuiderzee. Dat wilde Amsterdam niet. In 1861 was men het eindelijk eens en werd er een concessie verleend aan de Amsterdamsche Kanaal Maatschappij. De Tweede Kamer ging pas na twee jaar overstag, nadat de Oranjesluizen aan het plan waren toegevoegd en Rotterdam toestemming had gekregen de Nieuwe Waterweg aan te leggen.

In 1865 begon men met graven. Dat het weer lang had geduurd kwam doordat geen enkel Nederlands bedrijf de aanleg tegen een acceptabele prijs kon uitvoeren. Ook ditmaal gingen de Britten met de opdracht aan de haal. Door allerlei problemen (zoals een opstand van de polderwerkers tegen een loonsverlaging) kon koning Willem III het Noordzeekanaal en de daarbij behorende sluizen pas in 1876 officieel openen.

De sluizen
Ook de bouw van het sluizencomplex ging niet van een leien dakje. De enorme bouwput moest men twee keer weer laten vollopen omdat lekkage en hoogwater de werkzaamheden bedreigden. Daardoor kon pas in 1870 de laatste van de bijna negenduizend heipalen worden geslagen. Om de streefdatum te halen hebben de bouwers dag en nacht doorgewerkt, ook tijdens een extreem koude winter. Koning Willem III legde de eerste steen voor de bouw van de sluizen op de heipalen. Bij die gelegenheid noemde men ook voor het eerst de naam: Oranjesluizen. In 1872 voeren de eerste schepen erdoorheen.

Het complex bestaat uit drie sluiskolken – twee kleine en een grote. De kleine sluizen (elk 67 meter lang en 14 meter breed) waren vooral bedoeld voor kleine binnenschepen en plezierboten. De grote (90 meter lang en 18 meter breed) waren bestemd voor grote beroepsschepen. Daarnaast zijn er nog een spuisluis en twee vistrappen. In 1995 werd de Prins Willem-Alexandersluis toegevoegd.

Over de sluizen is een toeristisch pad aangelegd. Wandelaars en fietsers (fiets aan de hand) kunnen via een smalle, slingerende route over de diverse sluisdeuren van het Zeeburgereiland naar Nieuwendam en terug. Meestal moet men bij een van de sluiskolken even wachten tot een of meer schepen zijn geschut. Daarover wordt zelden gemopperd, want de meeste mensen vinden het best leuk om de sluis van dichtbij in werking te kunnen zien.

Aan de Zeeburgerkant van het sluizencomplex staat een merkwaardig monumentje, dat werd geplaatst bij de renovatie in de jaren negentig. Het is de oude mistbel, omgeven door enkele boorkernen en een hekje van ronde stangen.

Opvarenden van de ruim 50.000 zeil- en motorboten die hier jaarlijks passeren zullen zich wel eens hebben afgevraagd wat het nut is van deze sluizen omdat het waterpeil ervoor en erna nauwelijks verschilt. Daarvoor zijn twee redenen: de sluizen zijn op de eerste plaats bedoeld om het waterpeil in het Noordzeekanaal te kunnen reguleren. Een open verbinding tussen Noordzee en IJsselmeer zou het onmogelijk maken de diepte in deze belangrijke waterweg te controleren. Bovendien wordt door de sluizen voorkomen dat er onbeperkt zout en zilt water naar het zoete IJsselmeer stroomt. Bijkomend voordeel is dat men door de spuisluizen het doorspoelen van de Amsterdamse grachten beter kan sturen.

(research: Gerard Goudriaan)

Lees ook de andere verhalen uit de serie Historische plekken in het Oosten