‘Een schrijver is zo goed als zijn laatste boek’ heb ik iemand horen zeggen. Letterlijk genomen is dit onzin, bedoeld wordt dat het publiek de schrijver beoordeelt op zijn laatste boek. Als architec-tuurrecensent van de Brug heb ik te maken met hetzelfde fenomeen, althans zo voelt het. Als ik een mooi gebouw bespreek voel ik een stukje van de roem op mij neerdalen. Ik wil die positieve vibe niet doorbreken en blijf maar schrijven over mooie gebouwen. Bij dit gebouwtje, het service-gebouw voor de Piet Heintunnel dat boven de ingang aan de zijde van het Oostelijk Havengebied staat, is dit gevoel nog sterker.
Begin jaren ’90 werkte ik korte tijd bij de ontwerper ervan, Architectuurbureau Van Berkel en Bos, later UN Studio genaamd. In mijn herinnering heb ik het ontwerp zien ontstaan, of op zijn minst een tekening ervan zien liggen. Ik weet nog wel precies hoe een ontwerp tot stand kwam. Er werd per project gewerkt in groepjes aan een grote tafel. De sfeer van een atelier. In een ruimte met dertig personen heerste een gewijde stilte. Gesprekken waren kort en werden op fluistertoon gevoerd. Af en toe hoorde je het geluid van een mes dat in karton sneed of het afscheuren van een vel papier. Nu en dan het zuivere geluid van een Rotring inktpen langs een liniaal over kalkpapier. Nog slechts drie computers op het hele kantoor. Deze werden gebruikt voor de allereerste 3D computermodellen, van ontwerpen die te ingewikkeld waren om met de hand te tekenen. Geen mobiele telefoons, geen oortjes of koptelefoons, pure concentratie.
Het ontwerp van de servicegebouwtjes voor de Piet Heintunnel – het zijn er namelijk twee, één op elke uiteinde van de tunnel – moet begonnen zijn met een kaart van het gebied. Er wordt een vel transparant schetspapier over de kaart gelegd en de verschillende richtingen die er te vinden zijn worden overgetrokken met strakke potloodlijnen. De sierlijke bocht waarmee de tunnel in de rich-ting van Zeeburgereiland draait, levert een gebogen lijn op. Vervolgens wordt hetzelfde vel over de doorsnede van de tunnel gelegd. De schuine lijn waarmee de tunnel onder de grond duikt, gaat nu een dialoog aan met de lijnen van de plattegrond. Form finding op de juiste manier wat mij betreft. Ik heb eens iemand op de verkeerde manier aan form finding zien doen: een Duitse architecte zat gebogen over een kaart van Berlijn en verbond met grote precisie de plaatsen in de stad waar tij-dens de love parade de grootste dichtheid aan mensen was aangetroffen. Het lijnenpatroon werd vervolgens gebruikt voor het ontwerp van een gebouw. Enfin, deze architecte is nu ongetwijfeld heel succesvol met het neerzetten van bloedserieuze gebouwen.
Terug naar het servicegebouwtje op de Piet Heintunnel. Ruim een 9 waard. Het geven van cijfers staat mij eigenlijk tegen, zeker in dit geval, maar het hoort bij het format van deze rubriek. De ver-schillende lijnen van de kaart en de doorsnede hebben geleid tot een spannend en elegant ontwerp. Onder de huid van geperforeerde roestvast stalen panelen zit een puur functionele, waterdichte doos waarin de ventilatoren van de tunnel geplaatst zijn. Op plaatsen waar de huid ruim over de doos heen valt, kijk je door het gebouw heen. Het roestvast staal van de gevelpanelen is een cruciale keuze geweest. Deze gevel veroudert prachtig en het blanke metaal weerkaatst het licht op een manier die niet te vergelijken is met de werking van licht op een egaal geschilderd oppervlak.
Van Erven Dorens geeft een cijfer
Welke gebouwen geven kleur aan Oost? Architect en schrijver Jan van Erven Dorens beziet de stad met de blik van een kenner en velt zijn oordeel. Kijk maar.