Het is eind augustus, de zomervakantie is voorbij. Na een eindeloos lijkende reis door Frankrijk en Italië moet ik weer aan het werk. Met enige tegenzin begin ik aan dat ene ontwerp, dat ik al maanden voor mij uit schuif. Voor mij ligt een leeg vel papier. Ik kijk een half uur naar het papier en bedenk dat ik deze eerste werkdag beter kan besteden aan een excursie. Ik besluit een kijkje te nemen op Zeeburgereiland, waar ik lang niet meer geweest ben.
Het is een koele, half bewolkte dag, en ook vandaag zal het hoogstens 18 of 19 graden worden. Toch blijf ik stug in korte broek lopen, om nog iets van het vakantiegevoel over te houden. Aangekomen op Zeeburgereiland zie ik dat het centrale park van een barre en grauwe bouwzone veranderd is in een weelderige oase met heuvels en meanderende paden. De skatebaan, op dit vroege uur nog uitgestorven, ligt er puik bij. Ik struin in mijn veelkleurige korte broek over de skatebaan, tussen struiken, over olifantenpaadjes om uit te komen bij een van mijn favoriete gebouwen, de Booster, een briljant ontwerp van Bekkering Adams architecten uit 2005.
Het sculpturale, steenachtige gebouw is de behuizing van een rioolpomp. Voelend aan de subtiel bewerkte betonplaten waarmee de Booster bekleed is, besef ik weer de voorliefde die ik heb voor steen, beton en robuust materiaal in het algemeen. Dezelfde vorm uitgevoerd in kunststof golfplaat was gaaf geweest. Voor een paar jaar, want langer blijft het materiaal niet heel. Dezelfde vorm uitgevoerd in geperforeerd, roestvast staalplaat was gaaf geweest. Maar uitgevoerd in deze gezandstraalde, gepigmenteerde, geëtste, geprefabriceerde betonplaten is het perfect.
De gebouwen rondom het centrale park zijn eindelijk af, met als sluitstuk het opvallende blok 26. Blok 26 bestaat uit drie gebouwen waarvan het middelste een stuk hoger is dan de beide flankerende gebouwen. Op de website van Arons en Gelauff architecten zie ik dat het stedenbouwkundig plan voor blok 26 in eerste instantie in drie gelijke volumes voorzag. De architecten hebben het stedenbouwkundig plan naar hun hand gezet door variatie in hoogte aan te brengen. Ook zijn de drie gebouwen, die in het plan rechttoe rechtaan waren, in twee verschillende richtingen, in getrapte volumes vormgegeven. Het middelste, hoogste gebouw loopt getrapt omhoog aan de lange zijde, de andere twee aan de korte zijde. Hiermee geeft Arons en Gelauff een nieuwe draai aan de trend van het piramidevormige gebouw. Een trend overigens die ik toejuich, want het leidt tot een spannend en gevarieerd stedelijk landschap. Samen met de getrapte blokken aan de overkant van het centrale park zijn de getrapte gebouwen hét stijlkenmerk van Zeeburgereiland geworden. De trend van de getrapte gebouwen gaat overigens hand in hand met die andere trend, die van bomen en struiken óp gebouwen. Deze nieuwe stedenbouw staat ver weg van de troosteloze flatwijken aan de rand van elke stad, en waarin de galerijflat wel het enige mogelijke gebouwtype leek te zijn.
Reacties naar jved@dorensarchitects.nl