De Jas

‘Wij zijn geen tutjes’

Sheila Hill (28) is dj en eigenaar van ’t IJsboefje in Oost. Ze draait in clubs als Jimmy Woo en Disco Dolly en is bezig met haar eerste eigen track. Vooral in de zomer maakt ze lange dagen. “Het is leuk om iets te bereiken, maar niet ten koste van de normale dingen.”

Monte Pelmo
“Ik kom uit een ijsfamilie. Mijn opa en oma begonnen Monte Pelmo in de Jordaan in 1957. Mijn tante heeft een ijswinkel in Beverwijk, een neef heeft er een in Haarlem, een ander in Zandvoort en zo kan ik nog wel even doorgaan.” Een lach. “Maar ik heb altijd gezegd: ik ga het niet doen.”

Maar toch
“Mijn moeder had een ijszaak in Bussum, maar wilde daar weg. Ze vond het er kouwe kak. Via één van de Drie Wijzen – van al die horecazaken in Oost – die ik ken, kwam dit hoekpandje voorbij. Net toen ik het geregeld had wilde mijn moeder niet meer. Maar mijn liefde voor het pand was aangewakkerd. Toen dacht ik: misschien toch maar… Mijn familie viel van verbazing achterover. Dit is mijn vierde seizoen en het gaat goed. Zelf proef ik elke dag. Eerst nam ik grote bollen, maar nu nog twee kleine. Ik ben een ijsliefhebber.”

DJ
“In combinatie met het draaien is het soms best hard werken. Ik ga om 11.00 uur open, ben er elke dag. Maar ik vind het allemaal wel heel leuk om te doen. Tuurlijk, soms zegt mijn vriend wel even: hé hallo, ik ben er ook nog. In de winter verhuur ik het pand, komende winter kun je hier maaltijdsoepen krijgen.”

Multiculti
“Ik voel me hier fijn, het plein is goed opgeknapt, de ventwegen en geparkeerde auto’s zijn weg, stoepen, terrassen en groen zijn ervoor in de plaats gekomen. Het is veel gezelliger. Het leuke is ook: Oost is lekker multiculti. Of laat ik het zo zeggen: iedereen houdt van ijs. Iedereen komt hier bij mij. Vandaag had ik nog met iemand een gesprekje over de ramadan. Een Surinaamse buurman komt bami brengen als-ie te veel heeft. De mensen zijn hier veel opener dan in Zuid bijvoorbeeld. Natuurlijk zijn er ook wel lastpakken, het is vervelend als er ’s avonds laat jochies onder invloed voor je deur hangen. Maar meestal gaat het gewoon heel goed.”

DJ
“Ja, sinds mijn achttiende. Ik hield altijd al erg van muziek, maar de aanstichter was mijn toenmalige vriendje, een dj. Ik bemoeide me de hele tijd met zijn muziek, had daar wel ideeën over. Hij werd er wel eens gek van natuurlijk, dan zei hij: ga het dan lekker zelf doen. Waarom niet, dacht ik? Toen hij op vakantie was ging ik stiekem ‘op les’. Ik wilde als hij terugkwam een paar toffe mixen voor hem klaar hebben liggen. Zo snel ging dat helaas niet, maar zo is het wel begonnen.”

Jimmy Woo
“Ik werkte toen in café ’t Pandje in de Pijp, een klein tentje waar zo ongeveer alleen maar vrienden kwamen. Aan m’n baas vroeg ik: mag ik op zaterdagavond draaien? Kon ik een beetje oefenen voor publiek. Op een dag kwam Tom Caron langs, die organiseerde feestjes in de Jimmy. Hij vroeg of ik wilde komen draaien. Met trillende vingers heb ik dat gedaan. Maar het ging wel goed, en zo is het balletje gaan rollen.”

Amsterdam
“Nou, ik heb net mijn eerste eigen track opgenomen. En ben bezig met de clip. Ik draai veel silent disco’s, dus dat komt erin terug. Wat heel gaaf is: Sjaak Swart danst in de clip, en Vieze Fur van De Jeugd van Tegenwoordig. Henk Schiffmacher wil ik nog vragen. Het is een echt zomerhitje, hopelijk komt-ie deze zomer nog uit. Inspiratie voor mijn muziek haal ik uit andere mensen. En uit Amsterdam. Ik haal alles uit Amsterdam, ben verknocht aan deze stad.”

Stoer
“Best wel eigenlijk.” Een verlegen lach. “Mijn vriendinnen ook hoor, wij zijn geen tutjes. We zijn zelfstandige, bijdehante regelaars. Mijn vriend zegt weleens: wat ben je ook een mannetje. Het is leuk om ambitie te hebben, om iets te bereiken. Tegelijkertijd zijn de kleine dingen ook belangrijk. Samen koken, een beetje bankhangen bijvoorbeeld. Ik ben veel weg, ik werk en party. Dat een normale dag niet goed genoeg meer is, daar wil ik voor waken.”

Dan moet ze weg, haar huis stofzuigen. “Dat heb ik echt te lang uitgesteld.”

Meer interviews in De Jas.