De Jas

Jeroen Smit: ‘De economie zoals we die nu kennen, van zoveel mogelijk, zo snel mogelijk en zo goedkoop mogelijk, loopt op z’n laatste benen’

Voor omroep Human is hij bezig met een nieuw televisieprogramma ‘Wat houdt ons tegen?’ Schrijver Jeroen Smit vindt dat zelf ook een goede vraag.
Hij schrijft, houdt lezingen, stond met cabaretier Lebbis in het theater en komt met grote regelmaat in de media om actuele zaken in de economische wereld te duiden. “Als ik onbekende mensen op een feestje tegenkom, zeg ik meestal dat ik vooral een verhalenmaker ben. En dat met veel plezier doe.” We spreken Jeroen Smit op een zonnige dinsdagmiddag in de Coffee Company, op een steenworp van zijn huis, waar hij vol enthousiasme vertelt over zijn nieuwe programma.

Een treffende titel: Wat houdt ons tegen?
“Je kan deze thematiek een beetje zien in het verlengde van mijn laatste boek dat ik schreef over Unilever. Mijn onderwerp is leiderschap in het bedrijfsleven, wat het inhoudt en de toekomst ervan. Eén ding is zeker. De economie zoals we die nu kennen, van zoveel mogelijk, zo snel mogelijk en zo goedkoop mogelijk, loopt op zijn laatste benen. Dat is absoluut een gegeven.”

Waarom?
“Het is simpelweg niet meer houdbaar. Kijk naar iets tastbaars als het klimaat en je snapt het meteen. Iemand die zichzelf een leider noemt, moet hier een rol in gaan spelen. De systemen zullen moeten veranderen. We zullen op een andere manier moeten gaan werken, leven, consumeren en produceren. Dat kost alleen erg veel moeite, omdat we verslaafd zijn aan deze manier van leven. Ik wil ook minder vliegen. Minder vlees eten. En minder verspilling. Maar als je naar de cijfers kijkt, dan komt er niet heel veel van terecht. In het programma gaan we praten met leiders – een CEO, politicus of ondernemer – die ik vraag: wat houdt jou tegen? Ik maak het programma met een slimme redactie en twee jonge onderzoeksjournalisten en daar heb ik ontzettend veel zin in.”

Je studeerde ooit bedrijfskunde en was een blauwe maandag consultant. 
“Toen was ik ongelukkig, maar gelukkig spreek ik dan over echt lang geleden. Dat was eind jaren tachtig, ik verdiende veel geld, had een mooie leaseauto, maar vond er niks aan. Het schrijven zat er altijd al wel in, en toen ik solliciteerde bij Het Financieele Dagblad waren ze blij met mijn komst. Later maakte ik de overstap naar het AD. Bij de eerste krant heb ik geleerd dat wat je opschrijft ook moet kloppen en bij het AD heb ik geleerd dat wat je opschrijft ook gelezen moet worden. Sindsdien probeer ik die twee dingen te combineren. Want goede journalistiek moet betrouwbaar en toegankelijk zijn.”

Voor je afstuderen belandde je in Amsterdam.
“Dat was in 1986 en een onvergetelijke tijd. Van de Spuistraat verhuisden we in 1998 naar de Wethouder Frankeweg. We konden voor 230.000 euro een grote bovenwoning kopen van bijna 140 vierkante meter. Geweldig natuurlijk, maar onze vrienden uit het centrum verklaarden ons voor gek. Ooit kreeg ik te horen: ‘De Watergraafsmeer? Dat ligt toch bijna in Duitsland en de munteenheid is er nog de gulden?’ Toch hebben we nooit een moment spijt gehad.”

Jaren later zijn jullie op de Hogeweg gaan wonen. 
“Dat hebben we vooral te danken gehad aan De Prooi. Natuurlijk heb ik enorm mijn best op dat boek gedaan, maar terugkijkend heb ik ook heel veel geluk gehad. Het kwam uit twee weken nadat de Lehman Brothers in New York waren omgevallen en toen kreeg ik de krachtige wind vol in de zeilen.”

Er werden een paar honderdduizend exemplaren van het boek verkocht. Wat doet dat met een mens?
“Ik begon aan het boek in april 2007, anderhalf jaar later brak de grote financiële crisis uit, precies op het moment dat het boek klaar was. In het boek stond een boodschap, dat de prioriteit van banken niet bij klanten lag, maar bij het creëren van aandeelhouderswaarde. Opeens leest iedereen je boek en kon ik overal aanschuiven. Heel erg leuk natuurlijk. Dankzij dat boek konden we verhuizen naar de plek waar we nu nog wonen.”

Wat vind je zo aantrekkelijk aan de buurt?
“De straten stammen uit het begin van de twintigste eeuw, de huizen zijn elegant met mooi gekleurde stenen en natuurlijk is er de onmisbare fontein. We kregen kinderen en dan is het een heerlijke buurt met prima scholen om de hoek en genoeg sportfaciliteiten. Maar ik ben het hier nog meer gaan waarderen sinds in 2017 hond Scott, een flatcoated retriever, ons leven verrijkt. Hij zorgt ervoor dat ik heel veel wandel. Soms naar het Nieuwe Diep bij het Flevopark en een andere dag lekker naar Park Frankendael. Dat is echt een magisch park, zeker omdat de ooievaar ook weer terug is.”

Je spreekt in superlatieven over de buurt.
“De ruimte, de mogelijkheden, de mensen. Maar ook iets als de Linnaeus Boekhandel. Dat is echt een zegen voor een schrijver, en van schrijvers hebben we er natuurlijk ook een flink aantal in de Watergraafsmeer.”

Waar eet je graag?
“Vooral thuis, met het gezin. Uit eten met vrienden doen we meestal in het centrum, maar hier in de buurt ben ik dol op de sushi van Ayumi in de Johann Keplerstraat. Ik weet niet precies waarom, maar het is supervers, verschrikkelijk lekker en het zijn ook nog eens ontzettend aardige mensen. Daarnaast eet ik met veel genoegen in Merkelbach, zeker als je buiten kunt zitten.”

En wat winkels betreft?
“Mijn favoriete winkel, Manwood op de Middenweg, is er niet meer. Als ik vroeger een paar mooie schoenen wilde, dan slaagde ik daar altijd. En in het verlengde daarvan mis ik ook de Hema op de Linnaeusstraat. Ik doe mijn dagelijkse boodschappen niet bij de Jumbo, maar hier iets verderop bij Vomar. Een prima zaak die bijna alles heeft wat ik nodig heb. En voor de beste koffie ga ik naar C’est Bon.”

Foto: Jeroen Smit in Park Frankendael.