De Jas

‘Je begint met elke plaat vanaf nul. Dat is altijd weer effe schrikken’

Vrienden waren ze, en vrienden zijn ze na vijfentwintig jaar nog, de jongens Van Dik Hout. Met een nieuwe plaat en een kick-off concert in Paradiso vieren Martin Buitenhuis, Dave Rensmaag, Sandro Assorgia en Benjamin Kribben – die elkaar in de jaren tachtig vonden op een middelbare school in Den Helder – hun ‘jubeljaar’. “De periode voordat we doorbraken vond ik eigelijk het leukst.”

Cassettebandjes
Martin: “Ja, uit die tijd zijn we. In onze theatertour vertel ik ook over de vondst van de eerste versie van ‘Stil in mij’ op een oud bandje. Die spelen we dan ook, dus dat is bij dezen verklapt.” Dave: “Alle ideetjes zetten we vroeger op casettebandjes. Dat was de manier om het vast te leggen.” Martin: “Dat je het beginnetje onthield. Cassettebandjes klinken geweldig, nog steeds.”

Ups en downs
Martin: “Als je al zo lang bij elkaar bent, heb je wel ups en downs natuurlijk.” Dave: “Hoezo, ervaar jij downs dan?” Martin: “Het is heel makkelijk, alles is in dienst van de muziek. We zijn niet zomaar een groep vrienden die zich zit te vervelen op zondagmiddag. Het gaat echt om wat we maken. Dat maakt het heel makkelijk om met elkaar om te gaan.” Dave: “Privé gaan we ook heel goed door een deur. Dat was toen al, en dat is nog steeds zo.”

Vrijheid
Martin: “Ons negende album is in de maak, in de de loop van 2019 droppen we dat. Op 4 januari in Paradiso laten we al nieuwe nummers horen. Het is een fris, rockend, uptempo album. Je begint met elke plaat toch weer vanaf nul. En het is elke keer weer effe schrikken. Er zijn geen vaste manieren om het te doen.” Sandro: “Nee, dat gaat vervelen en inpsireert niet. Deze keer hebben we veel met z’n drieën geschreven, in een oefenruimte.” Martin: “Er is een eerste ideetje, dan een tweede. En dan begint alles te stromen. Die ervaring, dat is nog steeds helemaal te gek. Als het lukt met een plaat, is dat het mooiste wat er is.”

Sensatie
Martin: “De periode vlak voor we doorbraken vond ik eigenlijk het leukst. We hadden de eerste nummers opgenomen, kregen optredentjes. We merkten dat er iets borrelde. Traden we een keer op in Naar Boven, stond er een rij tot in de Vijzelstraat. Voor ons was dat totale sensatie. Hé, wat the fuck krijgen we nou? Het hele eerste jaar was zo. Dat gevoel komt nooit meer terug.”

Een dieptepunt
Sandro: “We hadden op Lowlands, ergens in de jaren negentig, een fantstisch optreden gehad, met Herman Brood en alles erop en eraan.” Martin: “Om vier uur stonden we geprogrammeerd, in een te gekke tent, en vechtpartijen van mensen die probeerden binnen te komen. Echt mega was het. Diezelfde avond moesten we optreden bij een manege in Brabant. Drie man en een paardenkop stonden er.” Sandro: “We zagen de konten van de paarden. Er was geen publiek!” Martin: “Lowlands ging gewoon verder en wij waren er niet meer bij.” Dave: “Het is de enige keer dat we het echt niet konden opbrengen. Je maakt er altijd wel wat van, maar dit viel niet mee.” Martin: “Nou ja, we hebben ook wel weer gelachen.”

De Koe
Martin: “Ons café. Dit is het muzikantencafé van Amsterdam, met een restaurant beneden.” Sandro: “We komen hier al zó lang, sinds 1998.” Dave komt in het geweer. “Nee, nee. De eerste keer was met oud en nieuw in 1994.” Martin: “Jezus, niet normaal… Dave heeft op een gegeven moment besloten zich in te kopen omdat dat voordeliger was, haha.” Dave: “Het was de sfeer en ook de muziek die werd gedraaid. De Amsterdamse rock- en popscene hing hier aan de bar, meerdere generaties. Dat is nog steeds zo. Studenten van het conservatorium komen hier, bandjes komen hier. Jonge bandleden werken hier om bij te verdienen. Op dinsdagavond hebben we een singer-songwriter, er is sowieso veel livemuziek.”

Amsterdam
Martin: “Ik ben verliefd op Amsterdam. De drukte, het leven, de mensen, de plekken, de geschiedenis. Elke ochtend stap ik de deur uit en kijk ik op de Munttoren. Die is uit 1620, fantastisch.” Dave: “Ik woon op IJburg en heb een café in het centrum. Het zijn twee totaal verschillende belevingen van Amsterdam die samen geweldig zijn. Het buitengevoel van IJburg, de fietstocht, de drukte. Ik zou niet zonder een van beide kunnen.” Sandro: “De mooie plekjes, de theaters, de Paradiso’s en zo. Dat de cultuur zo snel te bereiken is, is voor mij reden om te blijven.”

50 jaar Van Dik Hout?
Martin: “Nog 25 jaar? Hoe oud zijn we dan?” Sandro: “Dan zijn we jonger dan Mick Jagger.” “Dan kan het makkelijk. Ja, dat zou perfect zijn.”

Lees ook onder anderen Erik Scherder en Tatum Dagelet in De Jas.