De Straat

Durgerdammerdijk

Na de beruchte St. Elizabethsvloed van 1421 kregen de omwonenden van de toenmalige Zuiderzee ten noordoosten van Amsterdam toestemming een dijk aan te leggen, de Waterlandse Zeedijk. In een bocht van die dijk ontstond Durgerdam. Een oogverblindend dorpje in landelijk Noord, dat bijna helemaal bestaat uit één straat bovenop die oude Zeedijk, de Durgerdammerdijk. De bewoners van deze dijk kijken in het noorden uit over een weids polderlandschap. In het zuiden zien ze uit over het water van het IJmeer en – in de verte – de eilanden van IJburg. Hoe bevalt het eigenlijk, aan die Durgerdammerdijk? We vragen het aan drie bewoners.

Inka
“Mijn ouders zijn naar Durgerdam verhuisd toen ik nog jong was. We woonden eerst in het huis hiernaast. Remco, mijn vriend, komt ook uit dit plaatsje. We zijn eigenlijk nooit meer weg geweest. Ja, eventjes, in onze studententijd. Toen woonden we op kamers in Amsterdam. Maar na een paar maanden hadden we al heimwee.

Het was niet makkelijk een huis voor onszelf te vinden. We hadden natuurlijk geen cent te makken in die tijd. Uiteindelijk hebben we via via dit huis weten de bemachtigen. Er woonde een oude vrouw in. We kochten het van haar, maar zij bleef er wonen als huurster. Dat ging en gaat wel vaker zo. Toen zij overleed, was het huis helemaal van ons. We zijn eigenlijk direct begonnen met verbouwen. Dat was wel nodig ook. Er zat zelfs nog zo’n oud petroleumstel in.

Durgerdam is heel fijn wonen. Je laat als het ware de drukte achter in de stad. Als ik hiernaartoe rijd, denk ik altijd: Hè, lekker. De ruimte, de vrijheid. Vanuit de tuin hebben we een schitterend uitzicht op de weilanden en Ransdorp. Vanuit mijn atelier – ik ben kunstenares keramiek – kan ik daar echt van genieten. Maar ik hou ook van het bruisende van de stad hoor. Op zich ben ik niet negatief over IJburg. Het is logisch dat mensen er willen wonen. Ik vind het alleen wel heel erg dat er een natuurgebied voor is opgegeven. En het is zonde van het uitzicht. Vooral ’s avonds; dat is echt lichtvervuiling. Vroeger kon je de sterren aan de hemel zien staan. Die zie je nu niet meer.”

Harry
We treffen Harrie op het terras van Hotel-restaurant De Oude Taveerne, waar hij stamgast is en zijn eigen plek –inclusief koperen naamplaat – aan de bar heeft. “Eigenlijk kom ik uit Amsterdam, maar ik heb samen met mijn vrouw jarenlang in Hem gewoond, een plaatsje in West-Friesland. Toen mijn vrouw een paar jaar geleden overleed, ben ik terug gegaan naar mijn geboortestad. Ik heb eerst een tijdje op de jachthaven van familie gewerkt, aan de Diemerzeedijk. Toen ik hier aan de Durgerdammerdijk kwam wonen, werd ik al gauw vaste klant van dit café. Op zeker moment vroeg de eigenaar: ‘Hé Harrie, wil je hier komen werken?’ Sindsdien loop ik zes ochtenden per week het ontbijt.

Het bevalt heerlijk aan de dijk, hoor. De stad is natuurlijk een stukkie swingender. Maar als ik nu een nachtje doorzak, heb ik al gauw drie dagen nodig om te herstellen. Ik ken hier wel mensen, maar vooral van gezicht. Er wonen veel tweeverdieners. Eigenlijk gebeurt er niet veel. Je hebt natuurlijk de voetbalclub, en de intocht van Sinterklaas is echt een happening. Die komt hier pal voor de deur aanvaren. Dan loopt het hele dorp uit. Zomers is het natuurlijk heel druk. Dit is een geliefd plekje voor dagjesmensen.

IJburg? Daar heb ik geen last van. Ik ga er wel eens naar toe om boodschappen te doen. Met mijn vijfenveertig kilometer dieseltje. De viswinkel is heel goed. En de Vomar verkoopt paardenbiefstuk! Daar moest ik vroeger helemaal voor naar de Albert Cuyp.”

Onno
“Dertig jaar geleden wilde geen hond in Durgerdam wonen. Er waren geen voorzieningen, zei men. En moet je nou kijken. Het unieke is, je bent binnen tien minuten in de stad en toch woon je buiten. De koeien staan hier vlak achter het huis. De huisjes aan de dijk zijn bijna allemaal van hout. Die zitten stuk voor stuk goed in de verf. Dat is een hoop werk hoor. Maar het moet wel, anders rot het weg.

Ik woon in dit huis sinds 1992. Maar ik ben hier in Durgerdam groot geworden. Er wonen nog wel veel oorspronkelijke bewoners. Nou ja, wat is oorspronkelijk? Er worden elk jaar weer nieuwe Durgerdammers geboren, maar hun ouders komen hier niet per se vandaan. Ik ben verwend, vind ik. Als ik uit mijn werk kom, ga ik op vakantie. Dit is een mooi huis en zelfs als er een ‘Noordoost 7’ staat kunnen we nog heerlijk voor het huis in zon zitten. We leven eigenlijk vooral buiten hier.

In mijn vrije tijd ben ik voorzitter van de voetbalvereniging van Durgerdam: D.C.R. Een vijfdeklasser, een beroemd kluppie. Om maar even iets te noemen: de serie ‘All Stars’ is hier opgenomen en Co Adriaanse is een oud speler van ons. We hebben hier trouwens ook zo’n dertig kinderen uit IJburg voetballen. Dat vinden we hartstikke leuk.

Ik ben nooit echt tegen IJburg geweest. De mensen moeten toch ergens wonen. Ja tuurlijk, toen IJburg uiteindelijk kwam was het best wel even slikken. Je vraagt je toch af, tot hoever komt het? Ik bedoel, je ziet de stad langzaam maar zeker dichterbij komen. Vroeger keken wij helemaal tot aan Ouderkerk aan de Amstel. Toen kwam de Bijlmer. Toen kwam… We kunnen Almere zelfs zien liggen. Maar ja, je kan je wel druk maken, maar je hebt er toch geen invloed op.”