Sara woont bijna haar halve leven op IJburg, en eigenlijk heeft ze het er altijd leuk gehad. Veel vriendinnen, plezier op school en wat er niet is, regel je gewoon zelf. “Frisfeestjes? Hier? Nee joh, die tijd hebben we wel gehad.”
In de starthouding voor de kraker tegen ‘aartsrivaal’ Athena uit de Watergraafsmeer – “we kennen veel van de meisjes waar we tegen moeten spelen” – treffen we Sara in het Diemerpark bij het hockeyveld van AHC IJburg, haar club. “Het is supergezellig om met dit team te hockeyen. We zijn vriendinnen.” Komt dat de sportieve prestaties wel ten goede? “Nou, we winnen tot nu toe bijna elke wedstrijd.”
Hockeyfeestjes zijn er nog niet echt. Daarvoor moet, denkt Sara, de tijdelijke kantine nog wat groter en gezelliger worden. “Maar na de training gaan we wel vaak met zijn allen wat doen.” Net als in het weekend trouwens. Vaste afspreekplek is het plein van de Willibrordschool. Daar verzamelt zich dan een hele groep vrienden en vriendinnen. Vandaaruit vertrekt de club naar andere plekken, zoals het surfstrandje aan de Bert Haanstrakade. “Ja, we praten vooral, we doen niet echt iets. We zijn ook weer niet echt hangjongeren. We hebben gewoon lol met elkaar.”
Doordeweeks gaat Sara naar het IJburg College, “een te gekke school, echt supergezellig”. Daar lopen ook al veel vrienden rond. “Na school zitten we veel op terrasjes (in de zomer dan) of we gaan wat drinken bij N.A.P. of de Espressofabriek.” Ze bloost. “Eigenlijk komen we daar bijna elke dag.”
“Als we niks te doen hebben, in het weekend of zo, dan gaan we alle winkels op het eiland af. Soms kopen we iets bij BIJ’tIJ.” Missen jullie dan niets in de wijk? “Nee, eigenlijk niet. In de zomervakantie hebben we vaak zelf feestjes georganiseerd, op het strand bij Blijburg. Gewoon gezellig. Namen we van alles mee en nodigden we iedereen uit. Soms waren we wel met z’n dertigen.”
“Als jongeren zeggen dat ze iets missen, weet ik eigenlijk ook niet wat dat zou kunnen zijn. Als je echt niks kan bedenken, dan ga toch gewoon naar de stad? Daar ben je zo.” En af en toe eens zo’n beroemd ‘frisfeest’, zou dat een uitkomst zijn? Lachend: “Nou, die tijd hebben we wel gehad.”