Patrick Martens werd bekend als Mike Bosboom in de jeugdsoap Zoop en speelde ook in Goede Tijden, Slechte Tijden. Onlangs verscheen zijn boek Vandaag voel ik me goed.
“Dit is een plek waar ik minimaal een keer per week kom,” zegt Martens op terras van The Cottage, terwijl hij een slok van zijn gemberthee drinkt. Hij woont iets verderop en op deze plek net achter de bloemenstal met uitzicht op de Linnaeusstraat is het een komen en gaan van mensen die komen voor een lekkere lunch of versgebakken scones.
Naast acteur en presentator is hij, nu zijn boek Vandaag voel ik me goed in de winkels ligt, ook schrijver. Het boek handelt over zijn worsteling met zelfacceptatie. Het leest als een zoektocht naar antwoorden op universele levensvragen. Voor het boek sprak hij ook met bevriende collega’s als Chantal Janzen en Georgina Verbaan.
“Ik wil het schrijven niet vergelijken met een bevalling,” zegt hij met een grote glimlach, “maar het was gewoon een heel intens proces. Alles zelf voorbereiden, uitwerken, terugsturen, nog een keer lezen en vervolgens bespreken met mijn redacteur. Ik had niet gedacht dat ik dit überhaupt zou kunnen, maar uiteindelijk ligt er dan een boek. Van mij.”
Hoe voelt het om langs Linnaeus Boekhandel te lopen, waar jouw boek te koop is?
“Dat is echt te gek, dan denk ik: ik heb dit gewoon gedaan. Nu moet het gaan leven en moet ik het loslaten. Dat is spannend, want het is een heel persoonlijk verhaal.”
Hoe kwam het zo?
“Ik deed mee aan Make Up Your Mind, werd omgetoverd tot dragqueen. Eerst dacht ik: moet ik dat wel willen, op tv met die hele vrouwelijke kant. Juist waar ik vroeger erg van ben weggebleven. Vervolgens dacht ik: fuck it, ik ga het gewoon doen. De pruik ging op, alles ging aan en ik voelde me zo krachtig en fantastisch. Ik rechtte mijn rug en vond het vervolgens jammer dat ik dit allemaal nodig had om me goed en sterk te voelen. Toen is eigenlijk het zaadje geplant en kwam ik op het idee om iets met dat gevoel te doen. De vorm wist ik niet, ik dacht aan een podcast of een online serie. Het werd uiteindelijk een boek.”
Hoe noem je het thema?
“Identiteit of zelfacceptatie in de breedste zin van het woord, gerelateerd aan mijn seksualiteit. Ik denk dat je op een zeker punt in je leven komt dat je dingen moet gaan accepteren zoals ze zijn.”
Wat voel jij echt anders dan anderen?
“Op de plek waar we nu zitten niet, in mijn eigen bubbel. En ik ben natuurlijk niet voor niks in Amsterdam gaan wonen.Ik ben geboren in Rijsbergen, een klein dorp tussen Breda en België en kom uit een familie van jagers en boswachters. Opgegroeid in het bos. Echt fantastisch. Maar ik wilde playbacken, was bezig met Michael Jackson en ik wilde me verkleden. Binnen de muren van ons huis was dat allemaal prima, maar buiten ging het masker weer op.”
Dat lijkt me heel lastig.
“Het is een hele grote struggle geweest. Je groeit op in een heteronormatieve wereld op het platteland. Dat matchte totaal niet met wat er zich in mijn hoofd afspeelde. Maar ja, homoseksualiteit was er gewoon niet. Niemand was gay. Niet in mijn familie, geen vrienden van mijn ouders. Internet bestond niet in die tijd. Alleen in de leesmap vond ik er af en toe iets over, als er in de Panorama iets over seksualiteit stond.”
Van Brabant kwam je naar de stad.
“Mijn eerste keer in Amsterdam was in 1998 toen ik auditie moest doen voor een film. Mijn ogen vielen uit hun kassen, want ik zag echt overal en alleen maar homo’s. Wat bleek? Amsterdam organiseerde de Gay Games en heel Europa was naar de stad toe gekomen. Hier ging het balletje wel sneller rollen, er ontstonden twee werelden. Hier kon ik mezelf zijn en in Rijsbergen ging ik op slot. Uiteindelijk heb ik het mijn ouders verteld. Die reageerden prima, terwijl ik bang was dat ik met fakkels verstoten zou worden en het bos in zou worden gejaagd. Ik heb een hele fijne coming-out gehad. Het boek gaat over de weg ernaartoe.”
Wat heb je met Oost?
“Ik vind het echt heerlijk om hier te wonen, heel multicultureel, een pareltje in de stad. Alles zit in de buurt. Kaas haal ik bij Gewoon Kaasop de Middenweg, intussen vind ik het gezellig om met die meiden achter de toonbank te praten. Ik haal heerlijk eten bij Toko Sumatra Deli of Surinaams iets verderop op de Linnaeusstraat. Bij die toko werkt een hele leuke vrouw. Al dit soort zaakjes geven mij een dorpsgevoel.”
En als je uit eten gaat?
“Buurtcafé De Tros is echt helemaal top. Ze hebben een goede kaart, fijne bediening en niet geheel onbelangrijk: ze schenken er geweldige wijn.”
Waar koop je jouw kleding?
“Bij Div. Amsterdam in de Javastraat kom ik graag, net als bij Bigglesop de Middenweg. Kleding vind ik belangrijk. Ik wilde vroeger gaan acteren omdat ik mezelf niet leuk vond. Als acteur ben je iedere dag iemand anders, dat is fantastisch, hoewel het natuurlijk ook een kinderlijke gedachte is. Maar de kracht van een kostuum heb ik al vroeg geleerd.”
Waar ga je naartoe als je de stad verlaat?
“Vrienden van mij hebben een heel mooi huisje op een berg in Italië, net onder Milaan. Heerlijk. Maar dit jaar ga ik niet echt op vakantie, want Amsterdam bestaat 750 jaar. Er zijn heel veel leuke dingen te doen in de stad en ik hou van de stad in de zomer.”
