Merel Corduwener (33) is illustrator voor diverse kranten. Ze illustreerde het onlangs verschenen boek Het meisje, de walvis, de schildpad en de axolotl van Katinka Polderman en Het Grote Egelboek, geschreven door ondergetekende. Ook werkte ze voor Micropia (ARTIS) en Het Scheepvaartmuseum. Merel woont met haar vriend aan de Panamakade en is dertig weken zwanger.
Direct na de kunstacademie in Zwolle verhuisde Merel in 2013 naar Amsterdam, waar ze achter Het Scheepvaartmuseum terechtkwam, op Wittenburg (‘een leuk volksbuurtje’). Twee jaar geleden kocht ze samen met haar vriend een woning aan de Panamakade.
We hebben afgesproken bij Cobra Café op het Museumplein, waar ze zojuist met haar agent een afspraak had bij het Rijksmuseum. “Het is jammer dat je mijn fijne huis nu niet ziet,” zegt ze met fonkelende ogen vanachter een glas gemberthee.
Wat maakt jouw huis zo cool?
“Het heeft een leuke indeling en ik heb veel designspullen. Ik hou van mooie dingen, gekleurde, vrolijke meubels. Ook ligt het huis aan het water, dat is superfijn. Het ligt op het zuiden en heeft veel ramen, dus het is vaak zonnig.”
Toch fiets je dagelijks naar je studio om te tekenen…
“Ja, omdat ik graag veel mensen zie op een dag, het liefst honderd. Daarom werk ik sinds vorig jaar ook twee dagen per week op het kantoor van uitgeverij Overamstel, waar mijn boek is verschenen. Daar kan ik ervaren waar ik altijd naar op zoek was.”
Waar was je precies naar op zoek?
“Ik heb nooit bij een bedrijf gewerkt. Los van de supermarkt heb ik nooit een baan gehad. Ik heb nooit gehad dat je elke dag ergens naartoe gaat, waar je tijdens de lunch over tv-programma’s praat. Dat wilde ik meemaken, dat leek me fascinerend. Bij Overamstel heb ik mijn eigen bureau waar ik teken. Ik ben hartelijk ontvangen. De mensen zijn best wel nuchter. Het pand zit op het industrieterrein bij Overamstel. Zo’n kantoorgebied waarvan je denkt: ehhh… Maar dat vind ik nog leuker dan een grachtenpand!”
Ook werk je nog in een andere studio?
“Ja, bij A Lab in Amsterdam-Noord. Naast Eye, in het oude Shellgebouw. Dat is met allemaal creatievelingen: theatermakers, een architect en een podcastmaker.”
Het tekenen doe je iedere dag met veel plezier?
“Ja. Ik werk nu aan een tweede boek van Katinka Polderman en daarnaast maak ik een paar losse illustraties per maand voor kranten. Eigenlijk is het beroep te eenzaam voor mij, te solitair. Ik vind het leuk om dingen te maken, om creatief bezig te zijn. Dat kan ook pottenbakken, iets kleien of de kerstboom versieren zijn. Ik heb toevallig aanleg voor tekenen.”
Met wat voor materiaal werk je?
“Ik doe nu alles digitaal, dat werkt het snelst. Vroeger werkte ik met verf en scande ik de tekening in, maar tegenwoordig is het ook gewoon produceren. Ik wil er ook wat aan verdienen.”
Wat doe je graag in Oost?
“Ik ga vaak naar Studio/K, dat vind ik heel chill. Veel vrienden hebben een Cineville-pas. Het is zo dichtbij en ik neem altijd mijn thermosflesje met thee mee. Verder haal ik – dat klinkt heel yupperig – kimchi bij Thulls Deli. Mijn kaascroissants koop ik bij de Ekoplaza in winkelcentrum Brazilië. Die zijn knapperig en hebben een dikke laag gesmolten kaas. Bij Tigris & Eufraat in de Javastraat hebben ze lekkere dipjes en halloumi. Verder de Jaap Edenbaan, dat is zo’n gezellige plek. Nu schaats ik niet omdat ik zwanger ben, maar drie jaar geleden heeft mijn vriend me schaatsen geleerd. Ik kon het eerst niet. In de lockdown was er veel ijs en ging iedereen schaatsen. Het jaar erop heeft mijn vriend het mij geleerd. Hij is heel fanatiek. In de zomer hebben we veel gewielrend, dat kwam ook door het schaatsen. Vaak fietsen we via het Diemerpark de stad uit.”
Wat vind je minder leuk aan Oost?
“Zonder twijfel de Piet Heinkade die ik helemaal af moet fietsen als ik naar mijn studio in Noord wil. Het is een vreselijke kade, ik wil dat ze er iets aan doen. Er is altijd wind tegen, het is grijs en stom en winderig. Ik word er altijd verdrietig van. Als het zou kunnen, zou ik er nooit meer overheen fietsen.”