Ik heb het altijd over ‘de’ Pontsteiger. Ik vraag bijvoorbeeld aan mijn vrouw “Wat vind jij nou van ‘de’ Pontsteiger?” Architecten Arons & Gelauff noemen hun gebouw ‘Pontsteiger’, zonder lidwoord. Pas sinds 24 uur weet ik dat de naam letterlijk genomen moet worden, en dat hij al langer bestaat: vanaf deze steiger vertrekt een pont naar Amsterdam-Noord.
Ik vroeg aan mijn neef die in de Jordaan woont wat hij van de Pontsteiger vindt. Hij is enorm kritisch, op alles, en ik was benieuwd naar zijn mening over dit kolossale, moderne gebouw dat sinds 2017 zichtbaar is vanuit zijn buurt. Een Jordanees houdt niet van verandering als het om zijn buurt gaat. En de Pontsteiger ‘doet’ echt iets met de buurt. Als bewoner van de Jordaan voel je opeens hoe klein je wereldje is, letterlijk en figuurlijk, wanneer je in de verte de 90 meter hoge en 90 meter brede kolos ziet opdoemen uit de mist. Mijn neef denkt eerst dat ik het over de Silodam heb: “Nou dat vind ik een armoede. Zoals het er nu al bij staat na tien, twintig jaar. Helemaal vervuild. Waardeloos.” Ik: “Nee, ik bedoel dat grote vierkante gebouw. Met dat gat erin. Een poort. Lijkt een beetje op de arche van La Défense in Parijs.” “Oh die met dat oog bedoel je! ” Denkt even na. “Dat vind ik wel een goed gebouw, geloof ik.”
Ik vind het ook een goed gebouw, geloof ik. Zoals het daar vooruitgeschoven in het IJ staat, als een poort voor de boten uit Noord. Ook vanuit de oude stad gezien maakt het indruk. Het staat ver weg genoeg om het oude centrum niet te overheersen, maar dichtbij genoeg om er nog bij te horen. Het gebouw markeert een punt aan de rafelige rand van de IJ-oevers en legt daarmee een belangrijke link tussen de stad en zijn historische levensader. Ik besluit het voor de eerste keer van dichtbij te bekijken. Tot mijn verbazing blijkt het hele gebouw hoog op poten te staan, zodat je er onderdoor kunt kijken. Logisch, het gebouw blokkeert zo voor de passant niet het zicht op het IJ. Het plafond van de Pontsteiger is met teakhouten latten bekleed, wat een nautisch sfeertje geeft. Aan de voet van het gebouw ligt een kleine haven waar sloepen en speedboten aangemeerd zijn. Los onder het gebouw staan zwierig vormgegeven paviljoens. Qua belijning vormen de paviljoens een contrast met de strakke vormen van het gebouw. De ronde vormen van de paviljoens werken goed hier. De blik van voetganger buigt mee met de rondingen. Mooie zichten openen zich, met als verrassend hoogtepunt een blik op de vlakbij gelegen Silodam, die er vanaf hier nog best goed uitziet.
Ik rijd langs het IJ richting Centraal Station. De zon schittert op het water en reflecteert in het glas van de torens aan de overkant. Prachtig. Ik hoop op meer torens over de hele lengte van het IJ, van het Westelijk Havengebied tot Zeeburgereiland. Je hoort niet vaak meer spreken over de IJ-as. Onterecht; de IJ-as is veruit de mooiste locatie voor hoogbouw in Amsterdam.
Reacties naar jved@dorensarchitects.nl