De calvinist in mij gooit nooit iets weg. Zo kwam het dat toen ik vier jaar geleden verhuisde van Oost naar Oosterder, ook de limoncello meeverhuisde die al een tijdje in mijn vriezer half verstopt achter de vissticks en doperwten lag. En dat die fles mij, steeds als ik de vriezer opende, weer kwellend lag aan te kijken.
Limoncello is een Italiaanse sterkedrank op basis van citroen die een paar jaar geleden ineens overal opdook: van de Amsterdamse terrassen tot de keuken van Jamie Oliver. Het wordt puur gedronken of in een cocktail. Italianen zetten het drankje meestal ná de maaltijd op tafel om de boel nog even op scherp zetten. Een zogenaamd digestief dus. En Italianen maken hun limoncello het liefst zelf. Daarvoor gebruiken ze zest(schil) van citroenen, als het even kan de onbespoten exemplaren van de Zuid-Italiaanse Amalfikust. Die worden vervolgens 1 tot 3 maanden geweekt in alcohol en daarna gemengd met een suikerstroop. IJskoud, recht uit de vriezer, smaakt limoncello op z’n best.
Inmiddels is hier de limoncellostorm wel gaan liggen. Dus toen ik laatst – voor het eerst sinds de verhuizing – de vriezer ontdooide, besloot ik er een semifreddo mee te maken. Dat is een soort parfait of ijstaart. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is semifreddo (Italiaans voor ‘half bevroren’) helemaal bevroren – Italianen zijn soms onnavolgbaar.
De bereiding is een klusje van niks. Echt. Het moeilijkst is het gedoe met het cakeblik en de vershoudfolie.
Citroensemifreddo met maanzaad
voor 10–12 eters:
500 ml slagroom
1 potje lemon curd (300 gram)
100 ml limoncello
1 eetlepel maanzaad
bereiding:
Bedek een cakeblik ruim met vershoudfolie. Laat de zijkanten flink overhangen, zodat je genoeg folie hebt om straks de semifreddo mee af te dekken. Klop de slagroom bijna stijf. Spatel lemoncurd, limoncello en maanzaad erdoor. Giet het mengsel in het cakeblik, dek af met het folie en zet een nacht in de koelkast.