Vruchtbare dagen

Frank was de hele week naar een congres. Het onderwerp: Europese samenwerking op de woningmarkt. Hij was precies weg op haar vruchtbare dagen, maar dat had ze niet gezegd.
Er werd aangebeld. Ze vloog omhoog. Verraste hij haar, vond hij haar toch belangrijker dan de Europese markt? Ze had zich niet opgemaakt en op haar T-shirt was het ongelukje met de ketchup nog te zien.
Opnieuw de bel. Ze lachte zichzelf uit. Hij zou niet aanbellen bij zijn eigen huis. De buurvrouw vroeg of ze zin had in een wijntje. Ze verveelde zich zo, zei ze. Het was nog een beetje vroeg voor wijn, maar ze zei geen nee. Ze hield ook meer van rood dan van wit, maar ze zei het niet. Kom, gaan we lekker in de tuin…
Een man, waarschijnlijk haar tuinman, trok aan een bos bamboe.
‘Hij is bijna klaar. Mooi he… Daar komt nog een paadje.’
Ze vond er weinig aan.
‘Lekker hè, als je zo kunt werken? Lijkt me best fijn hoor, ongecompliceerd, dicht bij de natuur, je verdient niet veel, maar je verlangt ook niet veel, buiten in weer en wind, dan is het fijn hoor om ’s avonds lekker in je bedje te kruipen.’
Hoorde hij het niet, of hij deed alsof hij het niet hoorde?
‘Dus jij hebt een flow met mijn buurman?’
‘Sorry?’
‘Wil je nog een wijntje?’
Haar glas was nog halfvol. ‘Nee,’ zei de buurvrouw, ‘zeg maar niets. Je krijgt gewoon.’
Iets te vlug dronk ze haar glas leeg. Liet zich toen opnieuw inschenken.
‘Ik had eerst iets met ‘m…’
‘Oh ja?’ Ze nam een flinke slok. ‘Dat heeft Frank me nooit verteld.’
‘Nee, dat snap ik.’ Ze lachte heel hard.
Daarna keken ze allebei voor zich, zonder iets te zeggen. Ze keken naar de tuinman die flink opschoot. Er zat een veeg aarde aan zijn achterwerk.
Ze wilde niet denken aan Frank met zijn buurvrouw, maar het was moeilijk om haar gedachten op een ander spoor te krijgen.
De tuinman bedankte beleefd voor de hem aangeboden wijn.
‘Eigenlijk is het vervelend, zo’n grote tuin. Handenvol geld kost het om het een beetje bij te houden. Ik heb er weleens over gedacht om tegels te nemen. Zie je ook best veel.’
Ze wilde eigenlijk wel graag naar huis nu. Om te voorkomen dat ze nog meer kreeg bijgeschonken hield ze haar glas vast. Ze betwijfelde of ze zonder wankelen op kon staan. Als Frank vanavond belde zou ze wel iets zeggen: ‘Leuke buurvrouw heb je!’