Vuurwerk

Wie als jongetje de geur heeft geroken van oud vuurwerk op nieuwjaarsdag, weet wat hem te doen staat. Die moet vandaag naar Marco’s Hair & Beauty, de kapsalon aan de overkant. Bij Marco zijn ze even gestopt met knippen, om de buurt drie dagen lang van vuurwerk te voorzien. Daartoe zijn een paar explosievrije containers naar binnen gereden. Die gaan leeg, hoe dan ook.

Wondertollen, babypijlen en kanonslagen voor de kinderen. Een Full Sky, een Golden Wall, en een Crown King voor jezelf. Jubileumprijs per stuk: 40 euro.

Marco’s Hair & Beauty heeft de juiste certificaten – maar als je er voor de balie staat, voelt het best wel lekker illegaal.

Het sissen van een lont. Papier met Chinese tekens. Dezelfde tekens die je terugvond in de Chinese uitklapparapluutjes die in je kinderijsje waren geprikt. Die tekens vertelden een groot geheim, waar je nooit achter kwam.

Als jongetje stroopte ik op nieuwjaarsdag de nevelige straten af. De stilte was compleet. Alles wat nog redelijk ongebruikt in de goten lag, ging mee. Wat een lont had, kon je thuis drogen op een theedoek en later stiekem afsteken – de kans dat het ontplofte was zeker vijftig procent. De rest kon je openmaken. Eerst het rode papier eraf, dan het bruine karton. Het buskruit had een geur die lang aan je vingers bleef kleven. Die geur is de reden dat je nu veertig euro stukslaat voor een Crown King, bij Marco’s Hair & Beauty.

Vuurwerk is een pyrotechnisch mengsel van een oxidator, een reductor met een vaste aggregatietoestand, en van vlamkleurende stoffen die tijdens verhitting fotonen uitzenden van een bepaalde golflengte.

Het is uitgevonden in Bangladesh.

Maar daar gaat het allemaal niet om. Vuurwerk is voor jongens die de straten afstruinen, hun grote broers duizendklappers laten kopen en die afsteken terwijl het nog niet mag – het liefst onder een politiewagen.

Wie zwarte strijkers heeft, is de keizer van de wijk.

Vuurwerk is gevaarlijk. Dat spul uit Marco’s Hair & Beauty heeft een hele wijk in Enschede opgeblazen. Vorig jaar vielen 770 slachtoffers. Je wordt er ruim tevoren voor gewaarschuwd, met een voorlichtingscampagne waar je je als jongen niets van aantrekt. Je bent een rund als je met vuurwerk stunt – duh.

Die campagnes wakkeren de hunkering alleen maar aan.

Misschien dat ze daarom dit jaar iets grappigs probeerden, met televisiespotjes over bejaarden uit Benidorm Bastards. Erg aangeslagen is het geloof ik niet.

Het Openbaar Ministerie verspreidde een voorlichtingsfolder in de vorm van een krant, de Vetverkeerd Krant, over vuurwerk. ‘Er hangt een gevaarlijke sfeer in de wijk’, is de eerste zin van die krant.

Een pagina verder waarschuwde officier van justitie Gustaaf Biezefeld (61) voor lawinepijlen, nitraatcrackers en Chinese Vlinders. Alleen om die namen al, wil je ze hebben. Meneer Biezefeld zegt: ‘Het gekke is dat het een typisch Nederlands probleem is. Duitsers houden zich gewoon aan de wet en steken vuurwerk af voor de gezelligheid, niet om de boel te verstieren.’

Het is de geur, meneer Biezefeld. De geur van oud vuurwerk, op nieuwjaarsdag. Zolang die met de ochtendnevel in de wijken hangt, zolang de straten rood zijn van de duizendklappers, zolang de jongensharten ervan kloppen en zolang niemand vuurwerk gaat verbieden, is er geen campagne tegen opgewassen.