VINEXMANNEN

Ik ben best gelukkig in mijn vinexwijk. Nee – zo kan dit stukje niet beginnen. Dat gaat echt niemand lezen. Beter kan dit stukje beginnen met een observatie van vanochtend. Vanochtend reed een bestelwagen van de SEON door mijn wijk. De SEON is een bedrijf dat de politie helpt bij het ontmantelen van drugspanden.

Er gaat geen week voorbij of ik zie een SEON-busje rijden (de letters staan voor: Service En Ondersteuning Nederland). Nieuwbouwhuizen zijn uitstekende hennepkassen. Het zijn ook uitstekende safehouses voor criminelen. Ik zie ze wel eens rijden door mijn wijk, zogenaamd incognito, in een Quattroporte of een M7.

Op vinexverjaardagsfeestjes hoor je schitterende verhalen over Russische bendes die via via een vinexhuis huren en dat he-le-maal uitgewoond achterlaten. Er is geen woord van overdreven.

Vijftig meter naast mijn huis is het hol van een cocaïnebende opgerold. Om half zes ’s ochtends werd de deur met springstof geforceerd, waarna een AT (Arrestatie Team, mannen met zwarte bivakmutsen) de trap op stormde, schreeuwend: politie! politie! Van de inval is een filmpje gemaakt, vandaar dat ik het weet. Want door die explosie ben ik heen geslapen – zo dik zijn de vinexmuren. Niemand van mijn buren had ooit iets van dat cocaïnehol gemerkt.

Ja – dat is een beter begin van een stukje.

Toch ben ik best gelukkig in mijn vinexwijk.

Vinex is een woord waarachter een universum van verwachtingen schuilgaat. Kapotte huwelijken. Depressies. Alcohol. Partnerruil. Pillen. Drugs. Huiselijk geweld. Nog voor mijn wijk was gebouwd, riepen architectuurcritici hem uit tot het ‘getto van de 21ste eeuw’. En toen mijn boekje verscheen over leven in een nieuwbouwwijk, vroeg een recensent zich af waarom ik niets had geschreven over kapotte huwelijken, depressies, alcohol, partnerruil, pillen, drugs en huiselijk geweld.

Dingen die je in elke stad en elk dorp tegenkomt, maar kennelijk meer bij de vinex horen dan bij welke andere wijk ook.

Vorige week werd schrijfster Naima El Bezaz bedreigd door haar buren, omdat ze in haar boek Vinexvrouwen over haar buren vertelt. Een cameraploeg van Editie NL vroeg me of ik om die reden ook weleens was bedreigd. Dat was ik niet. Maar in de reportage die ze maakten, waren mijn woorden zo geknipt dat het net leek van wel.

De wereld zit in elkaar zoals we graag willen dat-ie in elkaar zit. Zo houden we grip op het ingewikkelde leven.

Naima woont in een vinexwijk niet ver van de mijne. Ze is er niet gelukkig. Ze schrijft over vinexvrouwen die een ruilhandel in pillen hebben, over seks op de wc van de buren. De collectante voor het Reumafonds draagt in haar wijk een parelketting, en dealt in drugs.

“Een vinexwijk heeft wel wat weg van een gevangenis,” schrijft Naima, “waarbij de tuin bedoeld is om ons even te laten luchten.” Het is een mooi, snel, prachtig brutaal geschreven boek.

Maar als ik aan mijn vinexwijk denk, denk ik aan mijn lieve buren die me nooit in de steek zullen laten. In mijn wijk praten mensen nog met elkaar, in veel andere wijken niet.

Beauty is in the eye of the beholder. De wereld is zoals we hem zien.