Groen en geel

De regenboog begon bij Durgerdam en eindigde in Almere. Het was een rare regenboog: langgerekt, alsof hij te zwaar was voor zichzelf, en bezig was plat in het Markermeer te landen. Platte regenbogen bestaan, ik heb ze weleens in Lapland op de grond zien liggen, vreemde linialen, maar Nederlandse regenbogen zijn meestal zo bol als op een kindertekening.

Ik was op weg naar een belangrijke afspraak maar stapte toch van mijn fiets. Er waren meer mensen die dat deden; er stopte ook een auto. Samen keken we naar de regenboog die alleen maar feller werd, en plotseling een dubbelganger kreeg. Op dat moment kwam er een zeilboot tevoorschijn, precies op de magische plek waar de regenboog het water raakte. De boot zeilde eerst door het geel en vervolgens door het groen; ik vroeg me af of de schipper het doorhad. Waarschijnlijk niet. Waarschijnlijk zag hij achter zich een andere regenboog, die toch dezelfde was.

Daarna vervaagden de kleuren, en ging iedereen verder met wat belangrijk was.

Over regenbogen worden nauwelijks stukjes geschreven. Ze doen er niet zo toe. Stukjes gaan vaak over politiek of andere ergernissen, en over wie er gelijk heeft en wie niet; een regenboog heeft altijd gelijk en daarom schrijft niemand er meer over. In de Bijbel is er nog een belangrijke rol voor weggelegd, daar stuurt God een regenboog om zich voor de zondvloed te verontschuldigen, maar ook over God worden steeds minder stukjes geschreven. Tegenwoordig mag de regenboog blij zijn met een bijrol in een kinderboek – de hoofdrol is dan voor een pot met goud, bewaakt door een lepe kabouter, een verhaal dat zelfs mijn kinderen belegen vinden. Die lezen liever Het leven van een loser of Dagboek van een muts deel 2: zoek het lekker uit.

Toch zijn er weinig dingen waar je onderweg voor stopt, terwijl je belangrijke zaken aan je hoofd hebt en de smartphone maar blijft trillen in de binnenzak van je regenjas. Er zijn maar weinig dingen die zo mooi zijn, dat ze je uit je gedachten trekken. Daar mag de regenboog best eens credits voor krijgen.

Als het om mooie dingen gaat, prutsen wij mensen vaak wat aan. We hebben jaren nodig om een Stedelijk Museum te bouwen in Amsterdam, en als het af is denk je: oké. Best indrukwekkend. Benieuwd wat we daar over honderd jaar van denken. In elk geval is het een mooie locatie om een nieuwe episode te filmen van Star Wars: Arrival of the Tub.

Alleen al om te komen tot een nieuwe huisstijl voor het briefpapier en de posters van het Stedelijk Museum, vloeide heel wat water door de Rijn, zag ik in een documentaire. Die liet een wanhopige vergadering zien van mensen die weten wat mooi is, en wat niet. De huisstijl moest bijzonder zijn, maar bijzonder is niet altijd mooi of praktisch, en omgekeerd. Het was een hele toestand, en uiteindelijk werd de uitgekozen huisstijl toch maar weer vervangen door een andere, een grote S, waarvan ik even dacht dat-ie een Sale aankondigde.

Dat doet de natuur echt beter. Een regenboog is mooi, niemand zal dat tegenspreken. Maar als je ’m schildert of fotografeert of filmt, valt-ie altijd tegen. Misschien is dat het lot: iedereen probeert een regenboog te maken, maar niemand is dat echt gegeven.