Decor

Voor het eerst was ik uitgenodigd bij een filmpremière in de stad, iets waar ik zeer naar uitkeek omdat het me de kans gaf mijn ellendige vinexwijk voor een avond te verlaten. Maar ik kon niet, ik moest op de kinderen passen. Gelukkig was de filmdistributeur, gevestigd in een heerlijk grachtenpand in het centrum van de stad, zo aardig een screener op te sturen, zodat ik de film kon bekijken in de geborgenheid van mijn modern ingerichte, van alle gemakken voorziene maar toch wat steriele nieuwbouwslaapkamer.

Het bleek een prima film. Kaal, thrillerachtig, Nederlands. Een film zoals Mondriaan en Rietveld een film zouden maken: zonder franje. Scènes als stillevens. Met acteerwerk op de millimeter van Dagmara Bak, Natalia Rybicka, Rifka Lodeizen, Guy Clemens en Reinout Bussemaker. De film heet Onder Ons, het regiedebuut van Marco van Geffen en het eerste deel van een trilogie.

Hij gaat over een jong gezin dat een Poolse au pair in dienst neemt en heeft een sterk plot, dat ik niet zal verklappen.

Het enige probleem is het decor.

Het decor is een vinexwijk. Rechte lijnen, strakke luchten; de vinex gefilmd alsof er geen mensen wonen. Onverdraagzaam leeg met op de achtergrond permanent gezoem van een snelweg of van overkomende vliegtuigen: de soundtrack van eenzaamheid. Verlaten speeltuintjes. Vijvers vol verdriet.

Het is niet voor het eerst dat een kunstenaar de vinexwijk gebruikt als decor voor de tristesse van het bestaan, maar hopelijk wel de laatste. Alex van Warmerdam begon er geloof ik mee met De Noorderlingen, een fantastische film, en tegelijk een ijkpunt voor de vinexcinematografie. Baby Blue van Theo van Gogh: de menselijke ellende in de hoofdrol. Saskia Noort werd weleens ‘de koningin van de vinexthriller’ genoemd – haar boek Nieuwe Buren gaat over partnerruil, wat bij mij in de straat inderdaad aan de orde van de nacht is. De vinexwijk is een achterbuurt voor nette mensen.

Zelf schreef ik een boek over de prettige kanten van het nieuwbouwbestaan en dat verkocht prima, maar Vinexvrouwen van Naima el Bezaz verkoopt veel beter. De vinexvrouwen en -mannen van Naima drinken, snuiven en seksen zich door het leven. Een recensent vroeg zich af waarom ik niet had geschreven over drankzucht en overspel, vaste ingrediënten van het nieuwbouwleven. Misschien had ik dat ook wel moeten doen. Wellicht heb ik een blinde vlek voor ellende en rampspoed, misschien ben ik de enige die het niet ziet, maar ik zie het echt niet.

Naima heeft de filmrechten op haar boek al verkocht. Ik niet.

Regisseur Marco van Geffen heeft zijn trilogie Vinex genoemd, wat hem de kans geeft nog twee vrolijke vinexfilms te maken, maar ik hou mijn hart vast, want volgens de distributeur gaan ook de komende afleveringen over ‘het drama van het gelukkige gezin’. Alsof het leven in zijn grachtengordel zo fantastisch is.

We willen graag dat de vinexwijk gedrenkt is in verdriet en daarom is het zo.

Ik heb best lang midden in de stad gewoond en als het ergens leeg en zielloos is, als er ergens veel gezopen wordt en geprostitueerd en gesnauwd en als mensen ergens langs elkaar heen leven, elkaar niet willen kennen en nauwelijks bereid zijn elkaar nog bij te staan, kortom als het ergens ongezellig en onpersoonlijk is, dan is het daar.
Goed dan. Ik zal proberen alles negatief te zien. Laatst nog, op 11–11–11, trokken honderden tragisch opgroeiende kinderen sneu langs de deuren, zogenaamd opgewekte liedjes zingend met die treurige lampionnen van ze in hun koude knuistjes en met hun dure designjassen waarvan de naden nu al los zitten. Ik zag ze tragisch om snoep vragen bij de overwerkte vaders en moeders die ellendig lang naar al die zogenaamd opgewekte liedjes moesten luisteren terwijl ze liever een paar flessen chardonnay achterover sloegen in bed, met de buurvrouw.

Het is verschrikkelijk. Echt waar.