Heimwee

Steeds vaker dacht ik aan fietsen over de Middenweg, en daarna aan de Linnaeusstraat. Die lange darm, de enige uitweg vanuit Diemen of Betondorp naar de stad.
Eerst de voetbalvelden, aan de overkant De Nieuwe Ooster met een elektronische thermometer aan het crematoriumgebouw waarop het altijd een paar graden te warm of te koud is. Wind tegen, Jorrie de ex-junk, ex-alcoholist, ex-inbreker die altijd tegen de richting in fietst tegenkomen op weer een gevonden fiets.
Dat domme IJscuypje met een rij bakfietskinderen ervoor, de Franse bakker uit Volendam en dan, als eerste teken van leven, Elsa’s, waar ik oud-bondscoach Danny Blind een biefstuk zag weg boeren. Dan de Vomar en de Rabobank, waar ze nooit random readers op voorraad hadden. Broodjes met te veel roomboter bij bakkerij Balvert, gesprekken over niet-werkende E-smokers bij de Primera. Aangehouden worden wegens fietsen in dat verschrikkelijke winkelcentrum Oostpoort.
Ik schrijf dit op, ik lees het terug, en ik voel heimwee.
En ik ben niet eens een Amsterdammer, ongelooflijk.