Seksfeestjes

We trokken traag door de straten van IJburg. Het was steeds oppassen niet op de hakken van de ander te gaan staan. Daarachter gleed de kilometerslange mensenrups al over de Nesciobrug. Die kant moesten we op.
‘In IJburg gaan toch alleen mensen wonen die aan het einde van hun relatie zitten,’ had iemand me pas gezegd. Ik verstond ‘eind van hun leven,’ maar dat lag aan mijn stemming. Even later had ze gefluisterd: ‘In IJburg wordt heel veel coke gesnoven. Dat hoor ik van verschillende kanten. Cokefeestjes en seksfestijnen. En iedereen doet het daar met elkaar. Iedereen.’
De wijk waar ik woon, daar gebeurde het volgens haar het meest. Recht onder mijn neus dus. Maar mij was nooit iets opgevallen.
Ze zei: ‘Dompel je onder. Duik erin! Bedrijf onderzoeksjournalistiek.’
Dus liep ik de avondvierdaagse. Ik bestudeerde de vaders en moeders. Dit waren ze. Ze droegen nu hippe sportschoenen. Ze hadden rugtasjes om met een paraplu, een rolletje drop en een flesje water erin. Ik lette extra op de neusgaten, maar zag niets buitengewoons. Wel noteerde ik dat er veel volwassenen last hadden van verkoudheid.
‘Jij haalt hier zeker inspiratie vandaan voor je column?’ Een moeder in een rood windjack kwam naast me lopen.
‘Weet jij iets meer van die seksfeestjes?’
‘Ik ga er niet heen.’ Ze snoot haar neus. ‘Ik ben misschien heel burgerlijk.’
‘Ik ook hoor,’ zei ik snel. ‘Maar ik hoor geruchten.’
Die geruchten kon zij bevestigen. Er werd gepraat over de IJburgse sleutelfeesten alsof het de Nijmeegse zomerfeesten betrof. Maar ze wist verder niet wie daaraan meededen. Ze wilde het ook niet weten. Ze was bang dat ze de mensen anders ging bekijken. Haar neus begon weer te lopen.
‘Alles komt terug van de jaren zeventig, hè?’ zei ze. ‘Ook de feestjes. Zeker nu het crisis is. De mensen zoeken saamhorigheid.’
‘Verkouden?’ zei ik. ‘Het heerst, hè?’
‘Het is de herwaardering van het gezelschapsspel,’ zei ze. ‘Samen spelen samen delen. Dat is het weer helemaal.’
We schuifelden met z’n allen de camping voorbij. Ik zag ouders met elkaar lachen, en passant elkaars gevallen kinderen oprapen. De vaders met een stuk riet tussen hun tanden, de moeders hadden bloemen in het haar gestopt. Kleine vreugdes. Daar begon het mee. We zagen er verdacht saamhorig uit. Maar dat kon ook aan mij liggen.