De golf

We hebben de scheidingsgolf die ons eiland overspoelt en tal van slachtoffers eist. Onder wie veel kinderen.
In de volksmond praten ze van Scheiburg.
In allerijl zijn er samenwoonprojecten voor alleenstaande ouders opgestart, de weeshuizen voor volwassenen. Elke maand is er het scheidingscafé, ontmoetingsplek voor getroffenen. In mijn straat is onlangs een extra praktijk voor relatietherapie geopend en als het daar te laat voor is, hebben ze mediators. Op scholen en crèches verschijnen posters met de tekst: Echte mannen scheiden niet. (Echte vrouwen wel?)
Er wordt gefluisterd over het testosteronstraatje waar de uit huis geplaatste vaders wonen en waar je als vrouw alleen ’s nachts beter niet kunt komen.
Zelfs Menno Wigman, de stadsdichter van Amsterdam, schreef een gedicht over de penibele situatie.

Liefde op IJburg



Waarom houden we steeds korter van elkaar?
Wild, snel, elektrisch, ja, zo neukten we
of lang en langzaam, doornat van geluk.

Nu wonen we op IJburg, al drie jaar,
en het heet beddendood en we zijn klaar.
Dat er een dag komt dat je vuil ontwaart.
Hoe ’s nachts een wildvreemd wezen naast je slaapt.
De liefde brak voor onze ogen stuk
en het heet beddendood en het is klaar.
Waarom houden we steeds korter van elkaar?

We hebben ook nog de seksfeesten waarvan niemand mij precies vertellen kan waar die begonnen. Op dit moment is er een café op Haveneiland dat steeds genoemd wordt. Dat is verder nog onbevestigd. Ik wilde er op deze plaats ook niet weer over beginnen, maar dat één en ander verband met elkaar houdt, valt niet meer te ontkennen.
Dus bezoek ik afgelopen vrijdag, met lood in mijn schoenen en er is altijd de angst om zelf meegesleurd te worden door de golf, het schoolfeest voor ouders op de lagere school van mijn dochter.
Als man en ik aankomen is de school donker en het plein ervoor leeg. Van dichtbij zie ik dat de ramen geblindeerd zijn, hoor ik het doffe bonken van de muziek en eenmaal binnen flikkeren de discoballen me tegemoet. De aula staat vol ritmisch bewegende ouders. Even later staan we ertussenin, op het gele linoleum, met in onze hand een mojito. Als de schoolband Sexmachine van James Brown speelt, komen er op de dansvloer veel ouders los en daar ergens moet ik ook man uit het oog verloren zijn. Na lang zoeken vind ik hem weer, diep in gesprek met een blonde moeder. Het is lief dat hij veldwerk voor mij verricht.
Voor twaalven al verlaat ik in mijn eentje de dampende school, loop ik dwars door het testosteronstraatje naar huis. Maar er gebeurt niets.