Nieuws

Verwaarloosd sportterrein wordt geliefd natuurgebied

Natuurpark Spoorzicht in Diemen was ooit een sportterrein. In dertig jaar is het volledig overgenomen door de natuur. Dit ruige bos is misschien wel het best bewaarde geheim van Diemen.

Een voetbalveld, honkbalveld en atletiekbaan lagen er. Maar door verwaarlozing is het gebied tussen de twee spoorlijnen ten westen van de Ouddiemerlaan veranderd in een bos van 3,5 hectare. Twee verroeste lichtmasten, enkele paaltjes en elektriciteitskastjes verraden de vorige bestemming. Steeds meer mensen ontdekken dit verborgen natuurgebiedje. Geschat wordt dat Natuurpark Spoorzicht zo’n 25.000 bezoeken per jaar kent. Mensen komen er om een wandeling te maken of om de hond uit te laten.

Jan Willem Wertwijn is één van de vrijwilligers die gestreden heeft voor het behoud van de natuur op deze plek. Voor een sportveld bleek het terrein te drassig. Het gebied werd steeds natter en zakte in. Vanaf 1984 kon het niet meer gebruikt worden om te sporten. “Vanaf dat moment is de boel gaan verruigen,” vertelt Wertwijn. “De bouwplannen die de gemeente opperde liepen allemaal stuk. Er zijn plannen geweest voor een bejaardentehuis, een asielzoekerscentrum en ecovilla’s, maar de partijen konden het niet eens worden. Als buurtbewoners willen we het stukje natuur dolgraag behouden.”

Wertwijn en andere vrijwilligers houden het gebied toegankelijk door de paden op te hogen. “We hebben kreekjes gegraven om zand te winnen en soms krijgen we zandbakzand van de gemeente. Ook gebruiken we houtsnippers en de oude tegels die voorheen langs de sportvelden lagen.”

We lopen over het zandpad het bos in. Om ons heen kraken de bomen, waarvan een heel stel spontaan tegen elkaar is omgevallen. Een bont zandoogje fladdert voor ons uit. “Dit is een belangrijke doortrekroute voor dieren,” verklaart Wertwijn. “Het is één van de verbindingszones tussen de Diem en het Flevopark. Ik vind het belangrijk dat zo’n ecologische zone blijft bestaan.”

Door gerichte ingrepen stimuleren de vrijwilligers de biodiversiteit in het gebied. Zo zijn er eerder dit jaar lichtschachten gezaagd, open plekken in het bos waar kikkers, padden en vlinders zich kunnen opwarmen in de zon. In de spleten van de zogenoemde hügels, stapels hout met zand erop, kunnen muizen, egels, kikkers, wezels en bunzings schuilen. Ook zullen hier naar verwachting bijzondere plantjes en paddenstoelen op gaan groeien.

Wertwijn ziet Natuurpark Spoorzicht als een experimenteergebied, waarin hij en andere natuurliefhebbers kunnen uitproberen welk beheer goed werkt. Over de onzekere toekomst is hij optimistisch: “Stel dat het nog eens zestien jaar blijft liggen, dan is het een fantastisch experiment. Is het volgend jaar weg, dan was het leuk geprobeerd.”