Nieuws

De Dappermarkt kraakt, niet nóg meer sokken

2015 is het Jaar van de Dappermarkt. Een jaar vol feestelijke activiteiten om de oudste en bekendste markt in Oost te promoten. Maar ondertussen kampt de markt met problemen, zoals leegstand, te hoge leges, te hoge parkeertarieven, eenzijdig aanbod en een stadsdeel dat de markt verwaarloost.

30.000 euro. Dat hebben de marktondernemers op de Dappermarkt de afgelopen jaren méér betaald aan leges – geld dat ze het stadsdeel betalen om op de markt te mogen staan – dan hun collega-ondernemers elders in de stad. Klaas Grootveld, al 38 jaar kaasboer op de Dappermarkt, rekent voor. “Ik betaal sinds 1 januari 2007 elke vier weken 580,32 euro aan leges. Vaste standhouders op de andere Amsterdamse markten betalen 290,16. Ik heb de afgelopen acht jaar dus dubbel zoveel betaald als zij.”

De legesregeling op de Dappermarkt is anders dan op de andere markten. “Je betaalt daar als vaste plaatshouder een vast bedrag voor drie dagen in de week. De vierde, vijfde of zesde dag sta je gratis. Zo was het hier ook, maar stadsdeel Oost heeft dat beleid jaren geleden veranderd.”

Dat is onrechtvaardig én schadelijk voor de Dappermarkt, zegt Grootveld. Hij wil daarom terug naar de oude legesregeling. “Je voorkomt daarmee leegstand. Op de Dappermarkt moet je elke dag betalen. Als het eens een dag regent of sneeuwt, blijf je thuis. Zo’n dag kost je meer dan ie oplevert. Zo is de leegstand op de Dappermarkt de afgelopen jaren schrikbarend toegenomen. Met de oude legesregeling kon je op een regenachtige dag toch op de markt staan. Dat kostte je niks extra’s.”

Marktkooplui zonder diploma’s
Chris Visser, voorzitter van de Stichting Koopcentrum Dappermarkt, is het met Grootveld eens. Het vergunningensysteem van de gemeente werkt leegstand in de hand, stelt hij. “Iedereen kan op de markt gaan staan. Je hoeft je alleen maar in te schrijven bij het Marktbureau van de centrale stad, en je kan morgen beginnen. Diploma’s heb je niet nodig, die zijn jaren geleden afgeschaft door de overheid.”

Visser legt uit hoe het werkt. “De vaste plaatshouders hebben voorrang, maar voor de kramen die ’s ochtends overblijven zijn er zogenaamde sollicitanten. Zij krijgen op basis van hun rangnummer een plaats toegewezen, totdat alle kramen vol zijn. Dat is het werk van de markttoezichthouder. Die kijkt alleen naar het rangnummer, niet naar het product dat de sollicitanten verkopen. Op die manier wordt er zoveel textiel verkocht op de Dappermarkt. Dat is de makkelijkste en goedkoopste waar.”

Visser is geen tegenstander van vrij ondernemerschap, maar ergert zich wel aan dit beleid, dat de kansen voor professionele ondernemers belemmert. “Niemand zit te wachten op vijftig textielhandelaren. Bovendien hoeven sollicitanten slechts vier keer per jaar op de Dappermarkt te staan om hun vergunning te behouden. Daarmee bevorder je leegstand. En de markt heeft er niets aan. Wij willen ondernemers die hier willen investeren met leuke en bijzondere handel.”

Marktmeester
Ook de positie van de markttoezichthouders vormt een doorn in het oog van de marktkooplui. Visser: “Zij verdelen de kramen en controleren de vergunningen, maar we hebben nauwelijks contact met ze. Vroeger had je een vaste marktmeester voor de Dappermarkt, die kende je, daar kon je mee overleggen. Met de komst van het Marktbureau een half jaar geleden, is dat veranderd. De toezichthouders rouleren nu over de stad. Vandaag staan ze op de Dappermarkt, morgen op de Albert Cuyp. Zo leer je elkaar niet kennen.”

Ook parkeertarieven van drie euro per uur zijn een punt van ergernis. Visser: “Even snel een boodschap doen is onmogelijk.” Grootveld: “Het dubbeltjestarief in de Van Swindenstraat is afgeschaft. Waarom weet niemand. Datzelfde geldt voor de bushalte van lijn 22, die is opgeheven. Veel ouderen kwamen met die bus naar de markt. Dat kan niet meer.”

Stadsdeel Oost weet niet hoe je een markt runt, vat Visser samen. “Er is niet genoeg vakkennis in huis en ondersteund worden we nauwelijks. Drie jaar geleden hebben we het stadsdeel een Winterrapport aangeboden met aanbevelingen over hoe je de markt ’s winters aantrekkelijker kan maken. Daar is niets mee gedaan. En ons regulier overleg met het stadsdeel heeft al negen jaar lang niets opgeleverd. Maar wie weet verandert dat. Wethouder Thijs Reuten was pas geleden op de markt om te kijken hoe de stallen worden opgebouwd. Hij was geïnteresseerd, dus dat is hoopgevend.”

De Dappermarkt is het meest gebaat bij verzelfstandiging, legt Visser uit. “We werken daar ook hard aan. We kunnen dan zelf bepalen wat er op de markt verkocht wordt. De bewoners van Oost zitten niet te wachten op nóg een kraam met sokken of ondergoed, ze willen kwaliteit.”

Reactie stadsdeel Oost

Danielle van Gerven, woordvoerder stadsdeel Oost, laat in een reactie weten dat het stadsdeel zich niet herkent in de kritiek van de marktondernemers. “In 2014 is de relatie met de Dappermarkt fors geïntensiveerd, met persoonlijke aandacht voor individuele ondernemers en nauwer contact met het bestuur van de Stichting Koopcentrum Dappermarkt. Dat heeft in 2014 tot diverse concrete acties geleid, zoals aanpak van illegale verpachting van marktplaatsen en aanpak van de zogenaamde inpaktijden (ondernemers die te vroeg van de markt afgaan).”
“De analyse over de hogere tarieven van de Dappermarkt is niet juist. Het tarief van de Dappermarkt is het gemiddelde van alle tarieven. Overigens gaan de stadsdelen per 2015 niet langer over de tarieven. Dat is de verantwoordelijkheid van de centrale stad. De ondernemers moeten hun wensen tot aanpassing van tarieven aldaar kenbaar maken.”

1 Reactie

Comments are closed.