Vrijheid bestaat nog niet

Goedenavond. Fijn dat u er bent. U ziet er goed uit. Laten we meteen ter zake komen. Ik ben niet iemand die graag om de feiten heen sukkelt, ik pak ze liever beet zoals het een man betaamt. U kent die mensen wel; die praters, wonderbaarlijke woorden maar acties onder nul. Jammer. Ik wil niet kwaadspreken over deze individuen want zo ben ik niet maar ik vind het tuig. Er valt niet op deze mensen te bouwen dus ik zal nooit vrienden zijn met ze.
Gelukkig zijn u en ik niet zo. Wij zijn pragmatische intellectuelen, u en ik. Nu op dit moment zijn wij spijkers met koppen aan het slaan. Voelt heerlijk. Goed dat we zo zijn. Gewoon direct ter zake en hopla. Boem pats. Zdref zdref. Trraq pow! Dit kan van het lijstje af. Zo. Wilt u wat drinken, kan me zo voorstellen dat u dorst heeft van alle actie, ik haal even wat.
Wij hebben iets. Iets dat verder niemand heeft en het is goed. Wij begrijpen elkaar. Wij delen onze lelijkste gedachten. De mooie delen we ook wel hoor maar die heeft iedereen, die zijn niet bijzonder genoeg om mensen te verbinden. Dit is echt. Soms stuur ik u een krantenartikel door en dan laat u mij met slechts één emoticon weten dat we het nog steeds eens zijn over die klootzakken. Het zijn geen mensen. Niet zoals wij mensen zijn. Zullen ze nooit zijn ook. Heel mooi dit te kunnen zeggen zonder onzekerheid of schaamte; vrijheid bestaat nog niet écht.
We hebben elkaar en eigenlijk is dat genoeg dus ik ga niet klagen want dat doen wij niet; het is nu eenmaal moeilijker voor mensen zoals u en ik. Zo. Ik moet er trouwens óók vandoor. We zijn beiden druk. Gelukkig. Tot de volgende, dan regelen we nóg meer zaken.