Hondencafé

Dit voorjaar ga ik voor het eerst met het hele gezin naar Korea. We kijken daar erg naar uit. Niet alleen omdat de bloesem in de parken dan sprookjesachtig is. Of omdat ik van plan ben absurd veel te gaan eten. Vooral omdat er voor het eerst familie op ons wacht. Na een zoektocht van twee decennia heb ik eindelijk familie gevonden, via een DNA-bank in Amerika. Hoewel ze een heel verre nicht is, zijn we allebei helemaal gelukkig iemand te hebben gevonden. Voor het eerst kan ik Spoorloos kijken zonder een pijnlijk onderbuik gevoel.

Omdat de kinderen mee gaan, oriënteer ik mij wat leuk is voor hen. Mijn nicht stelde het hondencafé voor. Even voor de duidelijkheid, er is een verschil tussen een hondenrestaurant en een hondencafé. In het eerste serveren ze hond. Al zullen Koreanen beweren dat dit helemaal niet veel gebeurt. Dat komt omdat ze heel slecht tegen kritiek kunnen. Al tijdens de Olympische Spelen in 1988 mochten restauranteigenaren niet adverteren dat ze hond serveerden om internationale reacties te voorkomen. En toen Brigit Bardot in 2002 bij het WK voetbal zich openlijk uitsprak tegen de consumptie van hond in Korea, waren de Koreanen natuurlijk erg verbolgen. Het werd afgedaan als gebrek aan respect voor hun culturele erfgoed. Een beetje overdreven lijkt me, want Koreanen zijn pas hond gaan eten toen de varkens en kippen op waren tijdens de Japanse bezetting begin 20e eeuw. Inmiddels groeit de kritiek ook van binnenuit en onlangs sloot een bekend hondenrestaurant haar deuren vanwege te weinig klandizie.

In een hondencafé drink je koffie (erg dure koffie) maar dan krijg je wel een hond op schoot. Je kunt er een uitkiezen maar misschien kiest er een (of een roedel) jou uit. Ze zijn het erg gewend. Mijn dochter was meteen enthousiast toen ze erover hoorde want ze wil al jaren een hond. Ze doet regelmatig haar best om ons te laten inzien dat wij ons schuldig maken aan vroegkinderlijke verwaarlozing, dat wij haar een hond onthouden. Terwijl ik al ver over mijn grenzen ben gegaan. Het begon met een paar gupjes die zomaar opeens in een potje op het aanrecht stonden. Elk kind dat mij de therapie afsloot, mocht 10 of 20 visjes meenemen. En toch begonnen ze elkaar op te vreten, zo snel als die zich voortplantten! Vissen bleken niet leuk genoeg, er moest geaaid worden. Daarna kwam de hamster. Toegegeven, ze was echt schattig en de levensverwachting was maar twee jaar dus goed te overzien. Fifi overleed op een dramatische manier, nadat de dierenarts haar tijdens de euthanasie uit haar handen liet vallen. Nog steeds wordt er op wel eens met een snik over haar gepraat. Toen kwam er een luizenplaag, waardoor ik een paar weken aan het wassen geslagen ben. En ik besloot dat we genoeg dieren hadden gehad.

Dit voorjaar gaan we naar het hondencafé in Seoul en ik hoop dat er een op de kinderen plast zoals gebeurde bij de man van mijn nicht. Zodat ik altijd kan aanvoeren dat een hond niet alleen maar leuk is. En dat je hem ook kunt opeten.

Lees hier meer blogs van Ruth Willems.